13 invloed op het vaststellen van het bedrag van het watering- geld. Maar ook andere personen werdén soms in die gewichtige zaak geraadpleegd als Klaas van Borselen en de rentmeester van Be westen-Scheld. Het bekendmaken van de grootte van het dijkgeschot ofzooals de term luidt, het bod en ban doen van het wateringgeldgeschiedde door een bode, die daartoe met een //plackaert" rond ging in alle ambachten, soms ook //tot allen scoutaten ende ambochtsheerendat sy comen souden in Middelburch om te spreken van des lants oorbaer ende des wateringhels wille". Terder hadden dijkgraaf en gezworens in onderscheiden am bachten het recht om schepenen aan te stellen. Als belooning voor zijne diensten had de dijkgraaf een jaarlijksch traktement van acht ongeveer gelijk staande met dat van een burge meester van Middelburg, terwijl de negen gezworens en de land meter ieder tien schellingen genoten. Hierboven kregen zij nog een ambtsgewaad van Montenakers of Engelsch laken vergoed. l) De gezworenen werden rechtstreeks door den dijkgraaf aan gesteld getuige de volgende post: //Item doe Elokis die bas- taerd sinen ghezworen makede den XIX8teu dach in October aldoe verteert XXXIII grooten". Zij werden benoemd in Vere, doch hun bestuur geschiedde grootendeels van Middel burg uit. Hit is wat de oudste rekeningen ons leeren over den toe stand van Walcheren in het begin van de 15du eeuw, iu hoofdzaak beperkt tot de Oostwatering. Tan de zeeweringen wordt dan ook alleen de Oostzeedijk genoemdmeestal kort weg de dijk geheeten, een enkele maal ook '/den dijc tusschen die Teer ende Middelburch", loopende van Tere over Arne- muiden langs de Arne, welk laatste gedeelte afzonderlijk als i) Ook aan andere personeu o. a. aan Jan van Heemstede en Aeerrecht van Cattendijc werd soms een tabbaard van Montenakers grauw vereerd. De klerk ontving boven bet vastgestelde loon voor bet innen van het ambacht vier «voir sinen arbeyt".

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1907 | | pagina 43