/Jij/
17
teekent. Als representeerende de drie Staten van Walcheren
nemen zij alle bestuursbesluiten, vaardigen zij ordonnantiën uit
en hooren zij de rekeningen der verschillende wateringen af. Ter
adviseering wordt soms de rentmeester van Bewesten-Scheld ge
roepen terwijl een enkele maal ook de raad ingewonnen wordt
van eenige ingelanden, gezworen mannen en anderen 1). Doch
eerst na 1559, het is bekend, krijgen ook de breede geërfden
door de ordonnantie van Philips 11 stem in het kapittel. Niet
voetstoots echter wordt hun dit voorrecht geschonken. Niet
tegenstaande herhaald aandringen hunnerzijds worden zij zoo
lang mogelijk geweerd door de Staten, terwijl ook na 1559
steeds weer strubbelingen voorkomen.
Voor de toelating der ingelanden hadden evenwel de drie
Staten onderling ook dikwijls groote oneenigheid. In 1532 inun-
deerde nagenoeg het geheele eiland (2 November) 2). Natuur
lijk moesten middelen beraamd worden om het land te redden.
Maar welke P Daarover liep de strijd tusschen de stad Mid
delburg eener- en prelaat en edelen anderzijds. Van stadswege
werden zelfs gedeputeerden ten hove gezonden, '/om die ko
ningin en die van den raad des keizers klagelijk te kennen
te geven, hoe die prelaat en de heer van Beveren niet willen
verstaan tot extirpatie van de fouten, abuizen en ongeregeld
heden, binnen dezen eilande van Walcheren loop hebbende in
vele manieren".
Een van de twistpunten was de wijze van bezoldiging der
ambtenaren, dijkgraaf, gezworens, klerk en landmeter, die
tot nu toe altijd betaald waren met den omslag over een be
paald aantal gemeten. Eeeds in de vergadering van 22 Mei
1521 was besloten om in de eerstvolgende voor te stellen,
dat aan dijkgravengezworenen en klerken een vast loon zou
worden toegekend, en dat zij voortaan geen //vrye" noch extra-
ordinaris loon zouden ontvangen //van opnemenvan besteden
Stadsrekening van Middelburg '1526.
-) Boxhorn II blz. 433.
Archief 1907.