22
ningen der Oostwatering (1562 vlg.) luidt steedsOostwatering
en Buitend ij ksche werken in de Yijf Ambachten. De kleidijk
//te gasthuse ten noorden van de plaats11 en de zanddijk
kostten ontzaglijke sommen aan onderhoud. Daarbij kwam de
zorg voor de sluis te Welzinge, die ook op de Vijf Ambachten
rustte. De steenen, die men tot breking van den golfslag
vóór den dijk had gelegd, voldeden niet aan de verwachting
en moesten weder verwijderd worden (1511). De houten
hoofden werden vervangen door steenen. Aan '/peuye"waar
schijnlijk een soort beschoeiing, werden groote sommen uit
gegeven Ook het delven van den nieuwen watergang (1521)
was zeer bezwarend. Daarbij kwamen nog de subsidiën aan
de Zuid- en de Westwatering Zelfs op de verteringskosten
van de Staten moest bezuinigd worden. De desbetreffende
post in de rekening wordt slechts noode goedgekeurd //transeat
voer dese reyse, ende indien de clercken van ghelijcke meer
betalen, het sal hemlieden gheroyeert worden1', zoo luidt een
marginale aanteekening.
In 1532 kwamen herhaaldelijk overstroomingen voor. In de
rekening wordt binnen het tijdsverloop van een jaar gesproken
van eerste en laatste inundatie en verautwoordt men posten
als deze//Betaelt een mandie met een pairde ter Veere ge-
sonden es om mijn heer van Beveuen die wete te doen, dat
tlant van Westcappellen i n was"". Door het //voeten" van den
dijk, door duinplanting en andere middelen trachtte men in het
vervolg het kwaad te voorkomen. Op het noordeinde van West-
kapelle werd een nieuwe dijk gemaakt (1535), de oude werden
versterkt. De baljuw van Yere Domtnicüs van Nieuwenhove,
in 1536 generaal-ontvanger der waterpenningen in de Vijf
Ambachten en de Oostwateringkreeg groote bedragen voor de
1) Die van de Oostwatering van 39 voor het onderhoud van den Kijfdijk
(1513) wordt in 1521 niet meer genoemd. Betredende de vroegere geschillen
over dezen Kijfdijk zie men o. a. liet Repertorium van mr. G. A. Fokker nrs.
177 en 183185.