u der andere wateringen af, aangezien bij ordonnantie der Staten bepaald was, //dat voor dit jaar de volle grootte van der Oost- wateringe tot proffyte van den Lande gebrocht" moest worden. En ook later stelden de Staten en breede geërfden steeds het bedrag vast, dat deze watering moest opbrengen //tot behouf van de nootelicke affairen ende wercken" van de andere waterin gen, of in het bijzonder omme te employeeren totter dijckaige van Westoappel". Maar het zou nog meer dan een eeuw durenvoor ook de Oostwatering in het verbond trad en het financiëel beheer van den ganschen polder in ééne hand kwam. Intusschen deden de woelingen, die in deze dagen het ge- heele land beroerdenook hare uitwerking gevoelen op Wal cheren, en in het polderarchief vindt men de weerspiegeling- er van. Tot 1567 had de prins van Oranje als garde-noble van zijn zoon Philips Willem, als eersten edele van Zeeland steeds de polderrekeningen mee afgehoord of in zijn naam doen afhooren. fn 1563 l) wel is waar hadden de voogden van Max van Chuiningen, markies van Yere, hem dit recht ontzegd, maar zonder gevolg; doch toen koning Philips het markiezaat kocht, veranderde de zaak. Den 4den September 1568 kwam een schrijven van den hertog van Al va in, dat voortaan de Koning zelf een gecommitteerde als auditeur zou zenden. In dat jaar treffen we dan ook als zoodanig aan Anthonis van Bourgondië, heer van Wackene enz., terwijl van den prins geen sprake meer is. De Spaansche partij had voorloopig alles te zeggen. Wie zich niet veilig voeldewas uitgeweken. De polderrekeningen werden afgelegdzoo goed en kwaad als het ging. Als sommigen der gewone auditeurs overleden zijn, komen voor hen geen andere in de plaats, */alsoe den tijt te cort is om andere te committeeren overmits desen jegenwoirdigen troublen11. De administratie van den polder is geheel in handen der koningsgezinden. Nog in 1571 wordt een rekening voor den bisschop Nicolaas de Cas- 1) Resolutie van 29 December 1563.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1907 | | pagina 54