26 De ingelanden rekwestreerden om hulp zoowel aan de gezag hebbers in Ylissingen als aan de Staten van Walcheren, die hun zetel nog steeds te Middelburg haddeu en liet schampere antwoord gavendat men maar eerst de moedwillig ge maakte gaten weer moest stoppen. Misschien gaven deze nood lottige verhoudingen den griffier bij het neerschrijven zijner no tulen de fatalistische spreuk in de pen//Fata viam invenient55. Maar het polderbestuur zag ten slotte ook in, dat er iets gedaan moest worden. Men zou beproeven de dijken in de Westwatering te herstellen, in de hoop niet door de Vlissin- gers gemolesteerd te worden. Een uitvoerig smeekschrift werd gezonden aan de heeren van Wackene, gouverneur, Bealj- vont, kolonel, en Osoaio de Angulo, kapitein van de Spaan- sche troepen te Middelburgom bescherming voor de reparatie der dijken. Dringend werd er op gewezen, hoe de Spaansche en de Waalsche soldaten de landlieden '/ten hemden toe be- roefveu nyet alleen van meublen, goeden ende eetlicke spyse, die zyluyden nocli souden moghen hebben, maar oock van den perden, karren ende wagens, daer zyluiden meede dij eken souden moeten5''. Blijft deze toestand aanhouden, dan vreest het bestuur, //dat alle dezelve lantluydeu (zullen moeten) ver- loopenofte van kongher mett wij ff ende kynderen sterven al tot uyterlicke mine ende depopulatie, oock cesseerende die inundatie, van den voorzechden eylande55. Welk antwoord op dit smeekschrift werd gegevenweten wij nietalleen het advies van den kapitein Angulo is in het Spaanscli op het rekest geapostilleerd. Hij begint met de onwaarschijnlijkheid te betoogen, dat de soldaten den boeren hun levensmiddelen afnemen, daar zij immers op afrekening van hun soldij krijgen wat zij voor hun levensonderhoud noodig hebbenen dus nie mand hunner uit Arnemuiden behoeft te gaan. Wat betreft het plunderen van de boereudat is geschiedzegt hij als tegenover rebellen en vijanden van Zijne Majesteit; daar zij de rebellen van Vlissingen en Kampvere hebben begunstigd terwijl velen van hen zelfs de wapenen hebben opgevat. Yoor

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1907 | | pagina 56