27 de hoofdzaak echter, het herstellen der dijken, moet, voor zoover het bezittingen betreft van de goede onderdanen van den koning, de inwoners van de loyale stad Middelburg, ieder middel in het werk worden gesteld. Voor het overige ver wijst hij naar de adviezen van de heeren van Wackene en Beauvoir. Hoe gedesorganiseerd de leiding der polderzaken wasbe wijst wel de omstaudigheiddat in 1572- en 1573 bijna geen bestuursvergaderingen zijn gehoudenen dat dan nog van de Staten alleen het bestuur der stad vertegenwoordigd was en de breede geërfden geheel ontbraken. Van 27 April 1573 tot aan de overgave van Middelburg op 19 Februari 1574 zijn zelfs geen notulen aanwezig. Maar dadelijk na de overgave is de gang van zaken weer geregeld. Nauwelijks een maand later, 25 Maart, zijn reeds de breede geërfden ten getale van 24 of 25 vergaderd in de Groen Poorte rj om twee gecommitteerden te verkiezen voor de bestuursvergadering, die den 29,ton April d. a. v. gehou den werd. Nu echter is geen bisschop meer aanwezig, geen proost, geen heer van Wackene, maar alleen een burge meester en een schepen van Middelburg, een representant van Vlissingen, en de beide gecommitteerden der breede geërfden. Eenigen tijd later komen ook voor een vertegenwoordiger van den prins van Oranje voor zijn zoon Philips Willem als eersten edele, en afgevaardigden van Vere, die echter met die van Vlissingen maar éénen staat vormen. Nu haastte zich het gewestelijk Bewind met liet bezetten van de opengevallen of verlaten posten in de bestuurscolleges 2). Nu kon weer gewerkt worden aan het herstel der dijken en voorzien wordeu in de schade, die talrijke overstroomingen en een gelijktijdige Het is mij niet gelukt (leze plaats nader aau te duiden ook de lieer j. A. Eukdkriks te Middelburg wist geen uitkomst te geven. 2) Zie Jaarverslag Rijksarchieven 1902 Aanwinsten van liet Depot in Zee land nr. 43.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1907 | | pagina 57