4 ss/3* DE LEPROZEN TE MIDDELBURG. DOOR H. M. KESTELOO. l) Het onderzoek eener verzameling van jaarrekeningen van de hier bedoelde instelling, die thans in het gemeentearchief berust, en waarover hierna wordt gehandeld, heeft aanleiding gegeven tot het schrijven van dit opstel. Het daaraan ont leende gevoegd bij hetgeen de stadsrekeningen en andere documenten in gezegd archief bevattenheeft het mogelijk ge maakt een overzicht te geven van de geschiedenis der instelling gedurende iets meer dan de laatste eeuw van haar bestaan. Onder dagteekening van den 4 Juni 1519 (Inventaris N°. 1144) vindt men het eerst melding gemaakt van de le prozen daar Lazaristen genoemd als eene bepaalde stich ting of instelling, buiten de Noordpoort. Wel waarschijnlijk was de plaats veel vroeger bestemd voor woning dier onge- iukkigen; althans volgens de stadsrekening van 1404/5 kreeg iemanddie beziekt was van de lazerijdrie schellingen van de stad om daar zijn huisje te helpen maken. Gezegde poort stond toen, waar men later de Noordbinnenbrug aantrof, ter hoogte, waar men nu den watertoren vindt. De plaats bleek daar op den duur evenwel niet gunstig te zijn voor woning der leprozen, en daarom verzochten hunne Verkortingen L. R Leprozenrekeningen. S. R. Stadsrekeningen. W. R. Wet en Raad (college van burgemeestersschepenen en raden). Archief 1907. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1907 | | pagina 167