69 Op den voorlaatsten October 1759 was er aan de stille pas torie van Ds. Yair een brief afgegeven in hetEngelsch, onder het postmerk Rotterdam, hem toegezonden door zijn vriend en collega Sowden, predikant bij de Presbyteriaansche kerk te Rotterdam, bevattende zeer'gewichtige en daarenboven hoogst treurige mededeelingen ten opzichte van den persoon van Worslf.y, welke berichten Ds, Sowden onlangs uit Engeland had medegebracht. De inhoud van bovengenoemd schrijven aan Ds. Yair komt in het kort op het volgeude neer. Tijdens zijn verblijf met zijne familie in Londen was ds. Sowden in een vriendenkring in aanraking gekomen met eenige Presbyteriaansche predikanten aldaar, die hem in den loop der gesprekken belangstellend vroegen naar de Engelsche predikanten hier in Holland. Natuurlijk noemde ds. Sowden ook den naam van Worsley van Middelburg. Hierop zagen zij hem met de uiterste verbazing aanuitroepende//Worsley is die predikant//Ja", antwoordde Ds. Sowden, //waarom niet?" //Wel, hij is eenvoudig een deugniet." //Hoe dat zoo vroeg daarop de Rotterdamsche dominee. En nu begonnen zij 's mans zondenregister op te lezen. Die Worsley is een neef van wijlen dr. Hughes, in leven Presbyteriaansch predikant alhier Zijn vader is schoolmeester te Hertford of daar ergens in'de buurt, overigens een hoogst respectabel man en in goeden doendie al heel wat beleefd heeft aan dat zoontje. Hij heeft eene goede opvoeding genoten en is later makelaar geworden in Exchange-alley, waar hij door buitensporige le venswijze, onder voorgeven van betere geldbelegging, eerst een drieduizend p. st. vau zijn vader en later op dezelfde wijs acht a negenhonderd p. st. van zijn oom, een predikant bij de Smytegbi.i) en Van nwt Elst, naar Ds. I>aidly le Vlissingen afgevaardigd, om dat Ds. Van dkr Wind vernomen had. dat deze de bezwaren tegen Ds. Worsley' bad ingebracht. Zie Notulen Engelsche kerk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 117