n - kenen. Ten einde raad nam Worsley de wijk naar Zeeland, waar hij zich uitgaf voor Presbyteriaansch predikant. Daar zal hij wel gezorgd hebben voor een goed getuigschrift na tuurlijk Maar dan heeft hij er zelf eene valsche handtee- kening onder moeten zetten. Hoe Worsley Middelburg kreeg, wist iemand te vertellen, die het daar een lid der kerk zelf heeft hooren zeggen. Toen hij als opvolger van Van der Wind gekozen was, ging hij. naar Engeland, om daar zoogenaamd geordend te worden. Maar onlangs berichtte hij zijn vader, dat hij te Middelburg geordend was. Hij had daar zelfs op examen gepreekt in het Latijn en Grieksch, naar hij schreef, alsmede proeven van zijne bekwaamheid afgelegd in het Hebreeuwsch. Zijn vader geloofde er geen zier van. Hij wrist maar al te goed, hoe zwak zijn zoontje in de oude talen stond. Diep griefde den braven man de gedachte, dat deze zijne snoode bedriegerijen nog maar altijd door voortzette, en dat nog wel onder het vrome masker der evangeliebediening. Ernstig en streng on derhield hij hem over zijne dwaasheden en booze, slechte streken en bracht hem onder het oog de gevolgen van dit alles reeds hier en ook hier namaalsdaar hij God niet kon bedriegen, wiens zwaar ongenoegen hij dusdoende op zich laadde. Tot zoover het relaas der Engelsche predikanten. Krachtig hebben ze bij mij er op aangedrongen, schrijft Ds. Sow den verder, om toch al het mogelijke te doen, dat Worsley uit de bediening ontzet wordt. Zoo noodig willen - ze als ge tuigen tegen hem optreden. De eer onzer kerk in deze landen Later (21 December 1759) schreef ds. Sowden in zijn brief, waarin hij mededeelde, dat niet ds. Yaiu nït Vere, maar wel hij de beschuldiger van Worsley was, dat eenige van de allervoornaamste Presbyteriaansche of gereformeerde pre dikanten van Londen (zie Sowdens brief aan Yair in dato 30 October 1759) hem gesmeekt hebben „uyt insigt voor den predikdienst en die religie zijn uyterste vermoogens aan te wenden, dat hy (Worsley) mogte uyttezelvè gesuspendeerd worden". Zie brief van Sowden van 21 December 1759.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 120