yq3
81
Veertien dagen na dato, op het laatst van December, is
Worsley weer in Middelburg terug. Onmiddellijk, nog voor
Zondag, wordt er kerkeraad belegd, om Worsley in de ge
legenheid 'te stellen zich te verantwoorden. Daar in de con
sistorie -1) verhaalt deze in hoofdzaak van wat we reeds uit
zijn schrijven weten, nl. van de ontvangst van het anonieme
Eransche briefje, de vrees voor arrestatie en als gevolg van
een en ander van zijn schielijk vertrek naar Doverwaar
hij tot bezinning komt en gaat begrijpen, dat het zaak is,
om zoo spoedig mogelijk naar Middelburg terug te keeren.
Ook verzekert hij den kerkeraad plechtig, dat zijn overgelegd
testimonium, waarop de classis van Walcheren hem tot de be
diening heeft toegelaten, volkomen echt en wettig is. Daarom
is hij dan ook bereid, //om zig teegens alle beschuldigingen, in
dien er teegens verwagting mogten opkoomente defendeeren". 2)
Die //dierbaare verklaring" s) van Worsley omtrent de echt
heid zijner testimonia deed het geschokt vertrouwen in zijne
oprechtheid bij de vergaderde broederen wederkeeren. Ze vroe
gen zichzelven en ook elkander af, waarom dominee, nu de
zaken zoo stonden, niet den volgenden dag zou prediken en
het H. Avondmaal bedienen. Toch achtten zij het raadzaam,
om niet overijlend te werk te gaan, in dezen eerst het advies
in te winnen ven den geleerden dominee Wtlhelmiüs 4')
die, naar het gerucht liep, door ds. Sowden van Rotterdam
met de bezwaren tegen Worsley was in kennis gesteld. Er
werd eene commissie benoemd, bestaande uit ds. Van der
Wind en een tweetal ouderlingen 6), welke zich staande de
Inderdaad, een zweetkamertje voor Worsley, die kleine consistoriekamer
der Engelsehe kerk.
Zie Notulen Engelscke kerk van 29 December 1759.
3) Zie Notulen Engelscke kerk van 29 December 1759.
Zie over dezen geletterden, lichamelijk zwakken, doch finantieel sterken
predikant o. a. Nagtglas Levensberichten. Van 1749 tot 1765 was hij Hervormd
predikant te Middelburg, daarna emeritus. Gestorven te Utrecht 27 December 1771.
6) Mr. Willem Otto Reitz, van 1742 tot 1768 rector aan het illustre gym
nasium, tevens „lector juris" alsmede mr. Pietkr van der Elst,
Archief 1908. 6