87 als de beschuldigingen van Sowden voor verdacht. 2) Ze waren daarenboven niet zonder bezorgdheid en vreeze ten opzichte van de houding en gedragslijn der classis, die naar hunne meening wat al te grif het oor leende aan Sowdens klachten. Yan ter zijde hadden ze vernomen, dat eenige Nederduitsche predikanten, aan wie de //origineele beschuldigingen"''' tegen Worsley door ds. Sowden waren ter hand gesteld, die be schuldigingen in de classikale vergadering van Januari zouden overleggen. De heeren vonden zich door dit loopend gerucht verontrust en aanmerkelijk bezwaard. Zij zouden toch niet gaarne zien, dat //eenige infractie op hun regt als regters ter eerste instantie" zou worden gemaakt. 3) Diensvolgens besloten ze als kerkeraad hunnen gedeputeerden naar de classis in op dracht te geven, dat, bijaldien er eenige bezwaren of beschul digingen tegen Worsley in de vergadering mochten opkomen deze afgevaardigden zouden verzoeken overgave der officieele, oorspronkelijke stukken, zonder meer. Mocht de praeses meenen dit verzoek van den Engelschen kerkeraad in omvraag te moeten brengen, dan zouden deputaten, indien hij daartoe overging, onmiddellijk daartegen protesteeren en hem overhandigen eene door den kerkeraad te voren opgestelde nota, bevattende de médedeeling, dat de kerkeraad //de judicature ter eerster in- tantie over de bezwaren of beschuldigingen ten laste van ds. Worsley volgens kerkenordening aan zich behoudt", gelijk hij de zaak reeds onderzoekten tevens het dringend verzoek dat de classis, onder overgave der origineele stukken aan den kerkeraad, haar oordeel in deze zaak zou opschorten. Door vreemde" werkzaam geweest? Ook verklaarde later het college qualificationdat Worsley alle noodige bekwaam heden had voor zijn ambt (all the becoming qualifications to the discharge of the Holy service). Waarom behoefde anders ds. Sowden den kerkeraad te verzekeren, dat geen „quaadaardigheid", evenmin „wraakzucht", maar „gevoel van pligt" uit „liefde voor de waarheyd" en de „zorgdraaging voor de eer van onse bediening" hem er toe geleid haddeu om tegen Worsley te agceren? Zie brief van Sowden aan den Engelschen kerkeraad in dato 8 December 1759. -} Zie vertoog van den Engelschen kerkeraad aan de classis.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 135