88 het overleggen dezer nota bedoelde de kerkeraad te protesteeren //tegen alle omvragen en resolutiën, welke buy ten de overgifte der verzogte origineele bescheyden in deeze zaak by de Eerw. classis zouden mogen worden gedaan en genoomen". Ook deed de kerkeraad al het mogelijke om de zaak nader te onderzoeken. Het ging toch over zulk eene hoogst belang rijke quaestie, de al of niet wettigheid der bediening van bun predikant. Indien eens waar was, wat Sowden beweerde, dat nl. het overgelegde testimonium valsch en onwettig was. Men had daarom in de eerste dagen van Januari aan de beide onderteekenaars-predikanten in Engeland geschreven om Het reeds vroeger vermelde en telkens ter sprake komende testimonium, de basis van allen rechtshandel in dezen, luidt woordelijk als volgt: Mr. George Hug mos Worsley of Hertford was admitted a member of the Presbyterian church at Westminster, at the age of fifteen years, by the late very learned and reverend Divine, Obadiah Hugues V. D. M. and D. D., his own uncle, minister of the said church, under whose care he finished his studies in the languages and in Divinity; and at the death of that able Divine in the year 1751 he was received a member into the Presbyterian Church at Ratcliff, whereof I was minister, and so remained a member, till I was called away from the said church, behaving as becomes a worthy communicant. On the 10th August. 1757 he was admitted and preached as a candidate, aud has ever since behaved in such a manner, that he has the universal esteem, or those, among whom he laboured, as well as the sincere wishes of Avon, 15th June 1759. W». Prior, late Minister of the church at Ratcliff, now of Avon, Devonshire. Hugh Burdett, minister at Newington. Newington, 17"' June 1759. I. Marr, member of the church at Newington. Dit testimonium was volgens schrijveu van Ds. Sowden aan Ds. Yair valsch en onwettig. Ds. Sowden meende deze krasse beweriug te kunnen staven o. a. door eene hem toegezonden verklaring van een negental bij name genoemde Pres- bytcriaansche predikanten in of bij Londen nl. J. Barker, R. Siulsbury, Sam. ChanderJ. Earle, E. GodwinH. ReadWtuliam Prior, George Benson, Ph. Eurneaux, welke verklaring door de commissie uit den Engelscben kerke raad ten huize van Ds. Yair was ingezien en later nl. 25 Januari 1760, ver gezeld van een Nedcrduitsch translaat en eene dergelijke verklaring van John Barker, door Sowden bij de classis Walcheren was ingezonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 136