95 genomen en voorgelezen was, werd verder de omvraag vol tooid. Uit de discussie bleek, dat de vergadering omtrent den eisch van den Engelschen kerkeraad alles behalve eenstemmig dacht. En bovendien kregen de protesteerende deputaten nog al een en ander te hooren, dat hun minder prettig en aangenaam voorkwam. Het slot van de bespreking was, dat de classis besloot, de origineele stukken, na copie daarvan te hebben genomen, over te geven aan den betrokken kerkeraad, onder uitdrukkelijk beding, dat dezelve kerkeraad zich bereid verklaren zou, gemelde stukken, onmiddellijk na opvraag, aan de classis terug te bezorgen,, tevens om den kerkeraad te verplichten, ten spoedigste de zaak van hun leeraar Wobsley te onder zoeken en van maand tot maand de classis van den stand van zaken op de hoogte te houden. Voorts verklaarde de classis het overgelegd protest van den kerkeraad niet te kunnen aan vaarden, wat na de omvraag bleek. De deputaten meenden het echter in de handen van de classis te moeten laten vol gens opdracht van den kerkeraad. Een kort resumé van het verhandelde werd later op last der vergadering door den koster tevens bode der classis, ter kennis gebracht van ds. Van der Wind, zijnde den prsesés van den kerkeraad. Doch deze wei gerde die moudelinge boodschap aan te nemen. Kort daarop verscheen de classisbode andermaalditmaal voorzien van een extract uit de handelingen der classis, bij name eene ongetee- kende en ougezegelde copie der voornoemde resolutie, waar van later in den kerkeraad door den prmses mededeeling en voorlezing werd gedaan. De lieeren verklaarden de resolutie, zooals ze daar lag, on tijl eu wyle daarin door decze vergader in ge by ordine zal weezen gebandelten by voeging, dat deeze vergadering, by ontstentenisse daervan, nu voor alsdan, door deeze resolutie, protesteert teegen alle omvragen en resolutiën, welken buyten de overgifte der verzogte origineele bescheidenin deeze zaak by de Eerw. classis zoudeu mogen worden gedaan en genoomen latende copie deser kerkenraadsre solutie tot narichtinge eu bewaring vau bun regt." Zie kerkeraadsnotulen in dato 2 Januari 1760.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 143