98
Eeitz aan den prees,es. overhandigd. l) De classis koos de wijste
partij. Zij besloot aan het verlangen van den Engelschen
kerkeraad te voldoen en al de ontvangen origineele stukken
in de zaak-Worsley zonder nadere voorwaarde aan dit college
af te staan en ter hand te stellen. 3) Binnen een drietal dagen
waren de bewuste stukken in het bezit van den kerkeraad. 3)
Intusschen had deze niet stil gezeten, maar zooveel doenlijk
het onderzoek voortgezet.
Nog altijd goede gedachten hebbende van zijn leeraar, bij
wien de kerkeraad niettemin telkens aandrong op nadere be
wijzen voor zijne onschuld en de geldigheid zijner testimonia
stond het college hem in zake zijner verdediging een gevraagd
uitstel van vijf weken toe, daar Worsley, volgens zijn zeggen,
Zie Praadvies in de zaak der Engelsche kerk te Middelburg nopens Worsley,
alsmede Notulen van den kerkeraad.
a) „Over de wyze van die resolutie rees eenige discrepance, waaruit een
vertoog is geboren van den Engelschen kerkenraad, ingebragt den 6 Maart,
waarin niet alleen veele blyken zijn van het goed vermoeden, dat zy van Worsley
toen noch haddenmaar ook de del'eusie is geïnsereerd van Worsley zooverre
hy zich te dier tijd by den kerkeraad had gepoogd te purgeeren. Het stond te
duchten, dat die discrepance konde uytbersten tot verregaande geschillen tusschen
de classis en den kerkenraad, en dat daardoor de behandeling der beswaren
tegen Worsley zelve noch lang of in 't geheel waare achtergebleveu doch door
eene voorzigtige directie znlx gelukkig zijnde voorgekomen Pncadvics in de
zaak Worsley.
3} De kerkeraad ontving van den classicalen scriba ds. 3s Gravezande het
volgende
1°. Een brief van ds. Sowden uit Rotterdam in dato 25 Januari 1760 zonder
adres.
2°. Missive van negen predikanten, 3 December 1759 geadresseerd aan Sowden.
3n. Missive van John Barker, 3 Januari 1760, geadresseerd als boven.
4°. Missive van ds. Sowden zonder datum of plaats aan de classiszullende
zitten 6 Maart.
5°. Attestatie geteekend door tieu predikanten in Engeland, met twee akten
van legaliteit, 5 Februari 1760.
6°. Certificaat van drie predikanten van ExetcrS Februari 1760, met eene
akte van legaliteit.
7°. Attestatie van Joseph Jennings en G. Phillips, 8 Februari 1760, met
twee akten van legaliteit.