100 derheid van stemmen toegestaan. Zijn verlof zou dienzelfden 15den Maart ingaan en wel voor veertien dagen, uiterlijk drie weken. De man liet er geen gras over groeien, want nog dien eigen dag vertrok hij over Ylissingen naar den lande van overzee. l) Veertien dagen na Worsley's vertrek kwam het eerste do cument. Het was afgezonden uit Dover en bevatte een attest van een zevental kerkelijke personen 2), allen woonachtig in of nabij Newington, vreemd genoeg door Worsley zelf geschre ven3), waarin deze verklaardendat Hugh Bürdett in de jaren 1757 en 1758 predikant van Newington is geweest, hoewel hij daar niet woonde, alsmede dat Worsley, bij afwezigheid van genoemden predikant, den dienst aldaar voor hem heeft waargenomen. Het stuk was geadresseerd aan den heer Smytegelt in de 3°. also of my being minister and how long 4°. also from other ministers, for whom I preached." Eigenhandig had Worsley de bovenstaande punten voor den kerkeraad opge schreven en daaronder vermeld ;)Mr. Delo also himself has the names of the ministers, to write to." Alles zou geschreven worden op „stampiet papers", zoodat alle verklaringen rechtsgeldig waren. Zijne vrouw liet hij te Middelburg achter. Iiij beval zijn „dear spouse" in haar kommer aan zijne vrienden aan, zooals blijkt uit een brief aan den heer Smytegelt (gedateerd 9 April 1760) ter begeleiding van een schrijven aan den Engelscheu kerkeraad. Daarin leest men in eene noot „I hope you and my other good friends will be so kind as to" be assisting to my dear spouse under her troublesand be assuredDear Sirthat God will reward you and all, who join with you therein, either here or hereafter." 2) In plaats van J. Marr den persoon, die Worsley's testimonium mede onderteekend hadstond de naam van diens zoon W. O. Marrde vader was juist op reis, schrijft Worsley. Toevallige samenloop van feiten, waarover later de classicale adviseurs, wien dit eveneens opvalt, het hunue denken. „Hier had Worsley", zeggen ze, „de schoonste gelegenheid gehad, om de echtheid van zijn vroeger overgelegd testamonium te staven, indien hv ook J. Marr had ver zocht zync handteekening daarop te zetten." Zie Pncadvies. 3) Als reden daarvoor geeft Worsley op, dat hij zelf het best in staat was, de punten op schrift te stellen, welke de kerkeraad opgehelderd wenschte te zien. Voorts was de verklaring onder eede bevestigd voor den mayor van Dover.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 148