102
De kerkeraad zal ze eenvoudig voor notificatie aannemen.
WonsLEY heeft de broeders in hunne verwachting teleurgesteld.
Eondborstig zullen ze hem dit alles schrijven. En daarenboven
hem vermanen, in allen ernst vermanen, daar de tijd van zijn
verlof zoo bijna verstreken isdat hij er toch voor zorgt
dat de door den kerkeraad verlangde en door hem, Worsley,
toegezegde attesten en documentenbehoorlijk gelegaliseerd
zoo spoedig mogelijk bij hun college inkomen. //Langer
wachten mogen we niet", zeggen de heeren. //De gemeente
zou langzamerhand verloopen. We zijn schapen zonder herder."
Vóór 24 April ek., aldus schrijven ze, verwachten we u hier bij
ons terug. Mocht ge in gebreke blijven aan de in dit schrijven
gestelde eischen te voldoendan zal de kerkeraad zich genood
zaakt zien de toevlucht te nemen tot maatregelen, die zoowel
u als het cbllege hoogst onaangenaam zouden zijn.
Op dezen krassen brief ontving de kerkeraad binnen enkele
dagen (9 April) antwoord en wel uit Dover. 2) Daarin ver
klaart Worsley, na zich verontschuldigd te hebben, dat hij
zijne vorige missive in plaats van aan den kerkeraad geadres
seerd heeft aan een enkel lid, nl. den heer Smytegelthij
deed het, naar zijn zeggen, zonder de minste bijbedoeling
geene //krachtiger bewijzen dan het ingezonden certificaat te
kunnen overleggen". 3)
//Me dunkt", zegt Worsley, //de meest ongeloovige zal er
door overtuigd worden. 4) Wat zou er trouwens aan ontbre-
Er staat letterlijk ia den brief aan Worsley waarom de kerkeraad
Z.E.W. by dezen moet recommandccren ora door notarissen en andere publieke
personen alle zoodanige attesten bovengenoemd te doen inwinnen en met goede,
gelegaliseerde documenten aan deze vergadering op de spoedigste wyze doenlijk
toe te zenden'* enz. Zie schrijven aan Worsley van 5 April.
2) Ook deze brief aan den kerkeraad werd aan den heer Smytegelt geadres
seerd. In een bijgaand schrijven vraagt de heer Worsley aan den heer Smy
tegelt hij is nu voorzichtiger geworden om den brief eerst in de con
sistorie te openen„lest it should be taken amiss".
3) Zie o. a. brief aan den kerkeraad, 9 April 1700.
4) Er staat in den brief: „such terms as would couvince almost an infidel".