106 Bij het lezen en herlezen van Worsley's wijdloopig schrijven werden ze meer en meer in dien treurigen indruk bevestigd. Naar hunne meening was Worsley niet in staat de tegen hem ingebrachte beschuldigingen door afdoende bewijzen te weerleggen. Vandaar dat hij door een omhaal van woordenen uitdrukkingen den kerkeraad in den waan tracht te brengen dat hij als een onschuldige lijdt, doch tevens, nu hij ziet, hoe de kerkeraad zijn looze streken bemerkende, hem, Wors- ley, begint te doorzien en zal gaan doortasten, dc ophanden zijnde ontknooping wil trachten te voorkomen, door eenvoudig zijn dienstwerk te Middelburg neder te leggen, en alzoo de eer aan zich te behouden Wellicht dat hij dan in een of ander afgelegen dorp in Engeland het spelletje opnieuw zal beginnen, vooral als hij in het bezit kan geraken van een //bewijs van ordening"afgegeven door de beide //waardige leeraren", die aan de handenoplegging bij zijne bevestiging te Middelburg hebben deelgenomenwelk bewijs hij gaarne nevens zijne vroeger ingeleverde documenten van den kerke raad wil ontvangen. De kerkeraad is echter verstandiger. Hij is Worsley te slim af en houdt hem eenvoudig bij zijn woord. Is Worsley na rijp beraad tot de conclusie gekomen, zijn dienstwerk te Middelburg neer te leggen, welnu, het is den broeders goed. Dit is ook naar hunne meeniug de beste oplossing. De toestand der gemeente vordert zulks. Een geruimen tijd is ze reeds zonder vasten leeraar, en wie weet, hoelang dit nog zou duren. Worsley blijft eigendunkelijk weg. Hier in dit the Episcopal minister of that place; it is confirmed by the mayor of that town, by a justice of the peace, and by the surrogate of the archdeacon of Barn stable, a large town in Devonshire. This last gentleman is a clergyman of note aud lives at Barnstable." ,,I desire, aud doubt not, but you will return the several letters, attes tations and certificates which I gave you without the least hesitation and with them I request from the whole consistory a certificate ol" my ordina tion from the two worthy miuisters, who assisted therein." Zie brief van Worsley in dato 9 April 1760.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 154