119 taat van ds. Van der Wind, naar behooren te doen ver vullen. J) Voorts achten deputaten beslist noodig de aandacht er op te vestigendat de Engelsche kerkeraad in geen geval de door Worsley ingeleverde stukken, missiven en documenten hem zal terugzenden, evenmin zal uitreiken eenig testimonium, waarvan hij misbruik zou kunnen maken om te geraken tot den dienst des woords in Engelandmaar er voor zal zorgen dat al de stukken en documenten in deze zaak behoorlijk zullen worden bewaard, om daardoor, zoo mogelijk, er tegen te waken, dat de eene of andere kerk door Worslev's //schoon- schynende woorden en vriendelyke houding" ingenomen, bij vernieuwing zou misleid worden. 2) Dit uitvoerig en helder prmadvies werd door de classis van 7 Augustus 1760, te Middelburg gehouden, aangenomen en in eeue resolutie veranderd, welke vervolgens aan den kerke raad der Engelsche kerk werd overgegeven. Tien dagen later werd het aldaar ter tafel gebracht. De heeren verklaarden bij vernieuwingdat zij in deze hoogst ne telige zaak met alle mogelijke lankmoedigheid en behoedzaam heid wilden te werk gaanen besloten daarom de beide regeerende burgemeesters 3) alsmede al de leden van den kerkeraad in de gelegenheid te stellen alle stukken, welke op Worsley's Voorts adviseert de commissie, bijaldien de classis of de kerkeraad der Engelsche kerk nog meer licht wil hebben in deze zaak, eenvoudig te schrijven aan ds. Hugh JBukdett, minister van Xewington, domicilie hebbende te York, alsmede aan W. O. Mare die gezegd wordt te zijn de zoon van Jzaük Mare te Newingtonen die mede Worsley's testimoninm heeft geteckcnd of wel aan ds. Sowden' te Rotterdam die wel een afzonderlijk prijsje ver dient naar het oordeel der deputaten en anders aan ds. J. Charles, Epis- copaalsch predikant te Amsterdamin verband met zijn schrijven van 19 Maart 1760. 2) Daarvoor was alle reden. Zie brief van Worsley in dato 22 Juli 1760 aau den Engclschen kerkeraad en geadresseerd aan ds. Van der Wind. 3) NI. de heeren Johan Const anti jn Matthias en Pietee Duvelaar van Campen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 167