121
al het mogelijke doen om zulks bij iedere voorkomende ge
legenheid te toon en.
Ook met ds. Delo moet Worsley nog afrekenen, met
ds. Delo, die hem openhartig genoeg in kennis heeft gesteld
met den uitslag van zijn onderzoek aangaande zijne voorge
wende bevoegdheid tot den evangeliedienst.
Drie dagen nadat de classis de hierboven aangegeven reso
lutie had genomen in de zaak van Worsley had deze een
antwoord gereed voor den Waalschen predikant, een uitvoerig
schrijven, waarin hij nog eene laatste poging doet om zijne
handelingen te rechtvaardigen.
De geheele verdediging komt op het volgende neer
De persoon in Kent, bij wien ds. Delo op informatie is
uitgegaan, is in geen geval betrouwbaar. Hij is, naar Worsley
schrijftzijn groote en eenige tegenstander geweest te Newing-
ton, zijn eenige tegenstander, die nu met beide handen de
gelegenheid aangrijpt om revanche te nemen en hem, Worsley,
met eene zwarte kool te teekenen. Daarenboven is hij een
man, die zich bij iedereen hatelijk heeft gemaakt, en behoort
hij tot dat slag van lieden, van welke de kerk smeekt verlost
te worden, als ze in hare litanie bidt: //Bon Dieu, délivre
nous
Hoewel Delo's vriend onbetrouwbaar is, blijkt toch uit zijn
schrijven, dat liet klakkeloos beweren van de negen onbarm
hartige, om niet te zeggen onchristelijke leeraars, als zou er
heelemaal geen Newington of geen Bürdett bestaan, ten eenen-
„I would not tire you", zoo schrijft Worslet letterlijk, „with a long epistle
only beg, you will assure ray worthy friends, the consistory, of the continuance
of my great esteem for them and the unspeakable regard1 shall always retain
for those singular marks of their love and favor, which they have so abun
dantly shown me, arid which, should I yet be again recalled to them, I shall
not fail on every occasion to give the sincerest and most grateful marks of. I
hope after the next classes you will be so good as to let me have a final answer,
that either here or among you I may proceed in the work of the Lord, to
which I have with so much satisfaction devoted myself." Zie brief van Worslky
aan ds. Van dek Wind in dato 22 Juli 1760.