123 vooruitdat mijne crediteurendie alles behalve stil zaten mijne gangen bespiedden en zich volstrekt niet ontzien zouden bijaldien ik eene vaste predikantsplaats zou erlangenom een voudig beslag te laten leggen op mijn traktement. Een oogen- blik heb ik er nog aan gedacht mij te laten ordenen, doch ook slechts een oogenblik; want overal vervolgde mij het schrikbeeld mijner crediteuren, zoodat ik besloot van de zaak af te zien en een werkkring in Holland te zoeken, wat ik dan ook heb gedaan. Het lag volstrekt niet in mijne bedoeling om de Engel- sche gemeente binnen Middelburg om den tuin te leiden. Onomwonden heb ik den heeren medegedeeld, hoe de zaken in dezen stondendat ik nl. candidaat was tot den heiligen dienst, d. w. z. iemand, die alleen op eene vaste standplaats wacht om zich te laten ordenen. A.ls zoodanig heb ik mijzelven aangebodenals zoodanig ben ik gekomenals zoodanig hebben de kerkeraad en de classis mij ontvangen; als zoodanig hebben zij mij ook te Middelburg bevestigd. Partijdigheid alleen kan er toe leiden om een predikant uit de bediening te ontzetten na zijne bevestiging, uit oorzaak dat er geruchten loopen aan gaande verkeerdheden, die voor de bevestiging bedreven zijn. Eene groote week later krijgt de kerkeraad door bemiddeling- van ds. Lawrence Holden, predikant te Maldon in Essex, de meest onloochenbare bewijzen van Worsley's bedriegerijen in handen. Er wordt nl. door genoemden predikant een eigen handig schrijven overgelegd van den veelbesproken en langge- zochten predikant Hugh Bürdett tcNewington, denzelfde, die het bewuste testimonium zou hebbeu geteekend, waarin deze verklaart nog nooit eenig certificaat ten guuste van Worsley te hebben onderteekend of afgegeven. Trouwens, dit zou den heer Burdett ook moeilijk kunnen doen. Worsley toch is iemand van bedriegelijk karakter, die zich van zeer slechte zijde heeft leeren kennen. Buiten dominee Burdett om heeft Worsley de handteekeningen weten machtig te worden van sommige gemeenteleden van Newington onder een stuk, door

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 171