126 ting en wel in de kerkeraadskamer. l) Vooraf had de kerke- raad 2) na deliberatie eene //project sententie" tegen YVorsley gearresteerd, liggende geheel en al in de lijn van het clas sicaal prteadvies, welk vonnis door het collegium qualifi- catum werd overgenomen en eenige uren later werd bekrach tigd. Hierbij werd het beroep van George Hugues Worsley als predikant van de Engelsche gemeente te Middelburg, op hem uitgebracht den 6,len Mei 1759, alsmede zijne bevestiging- als zoodanig op den 5den Augustus d. a. v. voor informeel ge houden en deswege, als zijnde ten eenenmale onwettig en on geldig, voor nietig verklaard. Mitsdien zal dan ook de naam van voornoemden Worsley van de predikantenlijst gescliTapt worden en aan de classis onder kennisgeving van een en ander worden verzocht om de approbatie van het beroep in te trekken, zijne handteekening onder de Formulieren van Eenig- heid te royeeren en voorts genoemden Worsley te beschouwen, als ware hij nooit beroepen en bevestigd geweest. Dit veroordeelend vonnis rustte op de volgende gronden. Vooreerst is het gedrag van Worsley, voor hij begon te prediken, alles behalve naar behooren geweest. Als makelaar werd hij om zijne frauduleuze handelingen vau de lijst ge schrapt; zelfs liep hij in dien tijd groot gevaar in hechtenis te worden genomen. Tot dusver is uit niets gebleken, dat hij later is gerehabiliteerd gewordenevenmin is gebleken dat hij zich op voldoende gronden heeft kunnen zuiveren van zijne Vergaderd waren alle leden van den kerkeraad behalve ds. Van dek Wind, die als voorzitter fungeerde, vier ouderlingeu en een tweetal diakens en de twee regeerende burgemeesters van Middelburg, ul. de heeren Mr. Johan Constanti.jn Matthias en Mr. Pieteié Duvelaar van Campen. Het collegium qualification was samengesteldals volgt. Behalve de burge meesters Mr. J. C. Matthias en inr, P. D. van Campen, hadden zitting ds. M. van der Wind, praises, de ouderlingen mr. Cornelis Jsahc Oole, Marines Smyteuelt mr. Wilei am Otto Reitz en Pieter van der Elst, alsmede de diakenen Adriaan Damme en Johan van de Coppello. '-) Deze bestond behalve uit de hovengenoemden uit P. de Swarte, oud-ouder ling, R. de Vrieze Jouw en Jan Boeman, oud-diakenen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 174