131 zeer ingenomen is met zijn ontslag als predikant der Engelsche gemeente te Middelburg. Nu is hij verlost van lieden, die zich niet ontzien zich aan allerlei lage handelingen schuldig te maken. Hij is van nobeler natuur. Als Christen wil hij al zijn vijanden de misdaden tegenover zijn persoon vergeven en zelfs God bidden, dat Hij hen zegenen zal. Tot het einde houdt Worsley dezelfde rol vol en speelt die meesterlijk. Yoor den ingewijde echter schemert de gloeiende haat tegen den Middelbnrgschen kerkeraad door alle vrome ter men heen. In elk geval, de Engelsche gemeente was van George Hugues Worsley verlost en kon weldra het beroepingswerk ter hand nemen. Enkele predikanten en proponenten x) waren op verzoek van den kerkeraad naar Middelburg overgekomen //om hunne gaven te laten kooren", en op Yrijdag 15 Maart 1761 kwam het collegium qualificatum bijeen om uit een gros-, vier- en tweetal te beroepen mr. William Wright, predikant te Ringwood (Hamptonshire), en wel op een traktement van ten minste veertienhonderd gulden, terwijl in geval van over lijden zijne weduwe reeht zou hebben op een pensioen van vijf- i) Juli 1760 had gepredikt de proponent Hill van Utrecht; in September d. a. v. mr. Laurentius Holder, predikant te Maldon in Esses; 15 Februari 1761 „met veel genoegen" de Presbyteriaansche proponent Thomas Cogan van Amsterdam, van wiens „prysenswaardig gedrag" de kerkeraad „door diversse geloofbare luyden informatie" hekomen had 's morgens had hij gepredikt uit Johannes 8 vers 36, 's namiddags uit Titus 2 vers 14. Voorts predikte op Zondag 3 Maart mr. William Wright, Presbyteriaansch predikant te Ringwood (Hamp- tonshire), waarna 12 Maart d. a. v. handopening gevraagd werd aan de classis Walcheren, welke die verleende. Het collegium qualificatum vergaderde 15 Maart (present waren ds. Van der Wind, C. I. Oole, M. Smïtegelt, Reitz, Van der Elst, Adriaan Damme en J. van de Coppello.) Het volgend grostal werd gevormd: Mr. Willtam "Wright, predikant te Ringwood, Mr. Tjeenk, Nederduitsch predikant te 't Waal bij Vreeswijk, Mr. Laidly, predikant, te Vlissingen, Mr. Yair, predikant te Vere, Mr. Hill, pro ponent te Utrecht, mr. Laurenttds Holden, predikant te Malden, en mr. Thomas Cogan, proponent te Amsterdam. Vervolgens koos men een viertal, nl. deheeren Wright, Tjeenk, Laidly en Hill, daarna een tweetal, nl. de heeren Wright en Tjeenk, waaruit de eerste nog in diezelfde zitting werd beroepen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 179