172
Zeeland te onderrichten, dat het bericht, in den brief der
Staten-Generaal vervat, als zou de prins slechts gewond zijn,
niet juist, maar de prins wel degelijk dood was. Blijkbaar
werd de door de Generale Staten in het algemeen genomen
voorzorgsmaatregel voor Zeeland overbodig geacht. Trouwens
blijkens den eersten brief was men hier reeds door den Ylis-
singschen pensionaris Van der Beke van alles op de hoogte
gebracht. De derde brief eindelijk, die den llden door de vier
gecommitteerden uit Delft verzonden is, geeft eenige nadere
bijzonderheden omtrent het gebeurde. Hij schijnt tegelijk met
den in de tweede plaats afgedrukten te Middelburg te zijn
aangekomen. Althans beiden zijn 13 Juli ontvangen. De drie
brieven zijn alleu geadresseerd aan de Staten van Zeeland of
hunne Gecommitteerde Kaden. Zij zijn door vocht zeer ge
schonden en daardoor gedeeltelijk onleesbaar geworden.
I
Mijn Heeren,
Den pensionnaris van Vlissingen, brenger desersal Uwer E.
verhaelen tgundt alhyer gepasseert es in deu persoen van Zijn
Excellentie, x) twelck Godt geclaecht zy. Daeruuyt zullen
Uwer E. hebben te overwegen, hoe nootlijck het nu zy up
de saecken van den landen promptelijck voirsyen te worden
omme met de liulpe van Godt almachtich te ontgaen des vyants
wreede ende bloedgyerige aenslaegen. Soe wy de saecke man
lij ck by der handt nemen met goed betrouwen up Godt al
machtich, en 2) es nyet te twvfelen, off Hy en sal Zijn genaede
thoonen, dye in geenen deele nyet vercort en es. Uwer E.
sal daerom belyeven up alles, de wachten aengaende, de beste
ordre te stellen, als mogelijck wert, ende met goeder enicheyt
nu emmers postponerende alle andre saecken enigen
volcomelijck te lasten om hun herwerts te vougen om by pro-
1) Iu het HS. volgt hier dyen g 3 wat echter is doorgehaald.
2) Het HS. heeftes.