6
lijk s voor waarden tusschen Jacob van der Hooghe, den groot
vader van Jan en Philips Jacob van Borssele, en Maria
van Varick d.d. 20 Mei 1-651. Van dit stuk berusten thans
de beide origineelen in het rijksarchiefdepöt in Zeeland en
bij eene zelfs oppervlakkige beschouwing dier charters blijkt
duidelijk, dat de titels, die er in aan leden der familie Van
der Hooghe gegeven worden, nl. //jonckheer" en //weled. heer",
geschreven zijn op plaatsenwaar eerst wat anders heeft ge
staan, dat echter door het gebruik van eenig bijtend vocht is
uitgewischt Onwillekeurig vraagt men zich af, of dat vocht
niet afkomstig is uit het laboratorium van den rector Krayen-
hofj? die zulk een uitnemend recept bezat om aan nieuwe
stukken een ouden schijn te geven. liet gebruikte ingrediënt
doet hem in dat geval geene eer aan; want het is duidelijk te
ziendat er geknoeid iswellicht echterdat de veranderingen
dadelijk na de bewerking niet zoo zichtbaar waren als thans
anderhalve eeuw later. Trouwens Philips Jacob heeft niet
de origineele akte aan de Staten overgelegd maar eene authen
tieke copie, afgegeven door den notaris H. W. Pra^gan te
's-Gravenhage. Daarentegen is de nabootsing van het oude
schrift, waarmede de nieuwe titulaturen zijn toegevoegd, zeer
goed gelukt. Dit kan niet gezegd worden van de handteeke-
ning van Jacob van der Hooghe, die ook gewijzigd is. In
de akte zelf heet de bruidigom Jacob van der Hooge, zoon
van Joos van der Hooge. Hij onderteekent echter althans
zoo luidt thans de onderteekening in beide exemplaren
J. v. Borssele van der Hooghe. Ziet men evenwel nauwer
toe, dan bespeurt men, dat in het eene exemplaar een ge
deelte der handteekening gesehreven is op eene plekdie met
een bijtend vocht behandeld is, terwijl bij beschouwing van
fier en, dienende tot bewijs der Adetylce -Geboortevan den lieer Philip Jacob
van Borssete van der Jlooge blz. 15.
Charters en pafieren, afkomstig van jhr. A. Hr. van Borssele nr. 33
Aanwinsten 1907 nr. 28.