16
En hoe komt, zal men vragen, Jacob van Grijpskerke
dan aan zijne beweringdat in diezelfde rekening //op Cle-
verskerke staat Jacob van Borsselen Claesen soon"? Daar
van is inderdaad iets, schoon niet veel, waar 1). Onder de
ambachtsgerechtigden in Oleeuwairtskerke worden inderdaad
genoemd: //Adriaen ende Jacob van Borselen tsteenscietens
LXXY1I[|- g"; maar de hierbedoelde Jacob van Borssele,
van wien ook nergens gezegd wordt, dat zijn vader Claes
heetteis niet identiek met den op hetzelfde folio als bezitter
eener andere ambachtsportie genoemden Jacob Claes Jans
sone; integendeel hij wordt duidelijk van dien medeambachts-
gerechtigde onderscheiden. Ook is deze Jacob van Borssele
niet de stamvader der Van der Hooghb's geworden; want hij
stierf kinderloos, daar zijn broeder Adriaen zijn erfgenaam
was, blijkens hetgeen de boven geciteerde rekening van 1459/60
zegt: //Adriaen van Borsselen mit dat zijns broeders was,
tsteenscietens LXXYIlIi g/\ En deze Jacob van Borssele
behoorde ook niet tot den tak van Zanddijkmaar tot dien van
Brigdammezijn broeder is de in den aanvang van dit opstel
genoemde Adriaen van Borssele, heer van Brigdamme en
Duiveland, die in 1468 stierf. 2) Men ziet, dat de opgaven
van Grijpskerke of liever van Philips en Augustijn van
der Hooghh geheel onbetrouwbaar zijn, en dat de echte
stukken de afstamming van het geslacht uit de oude Van
Borssele's niet bevestigen, maer veeleer weerleggen.
in die van 1441/2 is dat leen gesplitst tussrhen Jacob Clais Jans sone en Willem
Huge Elltncx zonk, die elk 125 gemeten praeter 3312 roeden bezitten. De
oudere rekeningen bevatten dus geene gegevens omtrent den oorsprong der Van
der hooghe's.
I[et opgegeven folio is in elk geval onjuist: de geheele rekening is geen
106 folio's groot.
Zie de 1ste rekening van Guy de Baenst over 1469/70: Me vrouwe van
Ravesteyu, dat heer Adriaen van Borssellen was, mit dat zijns broeders was".
Anna van Bourgondiëde weduwe en erfgenaam vau Adriaen van Borssele,
hertrouwde met Adolf van Cleef en van der Mark, beer van Ravestein.