18
WelEdelgeb, en gestr. heer te Brugge ten geschenke te geven.
//Het 2e. opstel (exempl. n°. 3 en 4) waarin het kapittel van
de oude Zeeuwsche geslachten, niet in alpkabetische orde is
gerangschiktwaar voorts achteraan is geplaatst dezelfde op-
dragtbrief aan een WelEdelgeb. en gestr. heer woonachtig te
Brugge, als in het le. opstel, doch vorenaan (bladz. IIT.) een
opdragtbrief aan een HoogEdelgeb. heer te Brugge, waarin
wordt vermeld dat de auteur het werk op nieuw bij de hand
had genomen, terwijl er bovendien enkele bijzonderheden wor
den aangetroffen, welke na 1656 en dus na den dood van
Jacob van Grijpskerke zijn voorgevallen, zoo als onderan
deren de vermelding op bladz 285, dat de heerlijkheid Kle-
verskerke is verheven geworden ten name van Jacob van
Borsselen van der Hooge op 10 Mei 1667. Dit 2e. opstel,
schijnt niettemin voor het eigen werk van den auteur te moeten
worden beschouwd en alleen eene tusschen de jaren 1653 en
1656 door hem omgewerkte en verbeterde redactie van het
le. opstel te wezen, de enkele bijzonderheden van lateren tijd
zullen welligt door een ander daaraan zijn toegevoegd.11
Er moet echter nog op een ander verschilpunt tusschen de
beide redacties de aandacht gevestigd worden. In het hand
schrift, dat Te Water aan zijne uitgave Het hoog adelijk en
adelrijh Zeélant ten grondslag heeft gelegd, en dat het twaalfde
hoofdstuk van de tweede redactie van het werk van Grijps
kerke bevat, volgen achter het achtste hoofdstuk, dat over
de ridderschap en de edelen handelt, nog deze capittels (Voor-
reede blz. 18):
9. Yan de Voorrechten en Praeminentiën van de Edelen van
Zeelant.
10. Van de Eerety telen, en Naemen der Edelen in Zeelant
van oudts gebruiklyk.
11. Van de bekende Ridder-IIofsteeden in Zeeland.
12. Yan de oude en Edele Geslachten van Zeeland, uit welke
van den beginne tot den jaere 1596 geconstituëert is ge
weest het Lit van de Ridderschapen Edelen van Zeeland.