•25 alle punten, eu juist voornamelijk op die, waarin de opvatting van Grijpskerke van de in zijn tijd gangbare afwijkt, zooals het recht der ridderschap en de wijze, waarop de staat van eersten edele is ontstaan. De vorm verschilt, en de oudste be werking is veel minder uitvoerig dan de latere, maar toch alles, wat in de meer uitvoerige redacties voorkomtis in kern reeds in de eerste bewerking aanwezig. In één woord de drie redacties maken den indruk het werk te zijn van één man, van Jacob van Grijpskerke. Reeds de uitgevers hebben aangenomen, dat deze zijne stof tweemaal bewerkt heeften inderdaad geven zoowel de eerste als de tweede redactie elk met een verschillen den opdrachtsbriefzich voor het eigen werk van Grijpskerke uit. Uit het bovenstaande blijkt reeds, dat er m. i. geene reden bestaat, om die voorstelling in twijfel te trekken, al is het zeker, dat in de tweede redactie enkele bijvoegsels voorkomen, zooals de beleening van Jacob van Borssele van der Hooghe d.d. 1667, die er na den dood van Grijpskerke aan zijn toegevoegd. En wat nu betreft de toevoegselswaarmede bewerker van hand schrift n°. 1 de eerste redactie heeft vermeerderd, zooals zij neergeschreven zijn, kunnen zij niet van Grijpskerke zelf af komstig zijn j dat blijkt uit hetgeen met dezelfde hand naast den opdrachtsbrief geschreven eu hierboven geciteerd is. Maar zoo men die toevoegsels met aandacht beschouwt, zal men zien, dat zij een onmiskenbaar verband vertoonen met de tweede redactie. Ei staat niets inwat niet aan de tweede redactie kan zijn ontleend. Ik voor mij acht het dan ook waarschijnlijkdat de schrijver van handschrift n°. 1 zijne toevoegsels daaruit heeft geput. Dat zou dan ook verklaren de vrijmoedigheid, waarmede hij trots zijne belofte om //sclver stil te swygen" toch het geschrift van Grijpskerke met allerlei bijvoegsels heeft vermeerderd. Trainers die toevoegsels waren niet van hem zelf afkomstig, maar door hem aan de eigene aanteekeniugen van Grijpskerke ontleend. Maar dit slechts onder alle voorbehoud zekerheid in deze kan alleen eene nauwgezette vergelijking- der drie redacties geven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1908 | | pagina 73