30
Jonker is welvaerende en doet, nevens mijn vrou en kin
deren, zijn compliment maeken, mede aen Haere Excellentie.
Ik teekene my met de uyterste hoogagting,
Hoog Ed. Geb. Heer,
U H.E.Ü.G* onderd. dienaer
L. E. Krayenhoff.
Gorcom 1762 den 27 Eebr.
II.
Opmerkingen van ds. W. Te Water te Axel
naar aanleiding van den hiervoor medegedeelden brief.
Remarques op den brief van N. N.
Pag. 1 liuea Niemant van gezonde herssenen zal uit de woorden
7 en 23. jn 't Nabericht, pag. 14-5, of uit de aantekeninge
op de lijst der Abdye, pag. 38, konnen opmaeken, dat de
auteur, als hy spreekt van by andere gelegent heit te
zullen handelen over de historie van het request der edelen
1652, en over het bontgenootschap der edelen ten tyde vau
graef Floris den 5, 2) een peremptoir werk zoude uitgeeven
over de presente quaestiën, al zoo min als uit zijn schryven,
pag. 56 van de Voorreededat hy by andere gelegen-
theit omstandiger kan bewyzen, dat de abt van
het klooster ten Duinen onder de Zeuwsche abten wiert ge-
rekent; want alle die dingen hebben geen relatie tot het he-
dendaegsche en raeken alleen de historiën van het voorleedene.
Pag. 1 linea Die futiele crisis maekt de briefschryver alleen,
24- omdat hy vreestdat het peremtoire werk,
Hoewel Te Water deu naam van Krayenhoff niet noemt, moet die hem
wel bekend zijn geweest, daar hem diens brief in originali werd medegedeeld
(zie hiervoor blz. 26 noot 2).
3) In het origineel worden hier de woorden„dat de auteur" abusievelijk
herhaald.