68 ter predikatie geweest, en Adriaen den Decker en zijne vrouw heeft hij in 1569 aan de galg zien hangen, hoewel hij bij de executie zelf niet tegenwoordig is geweest, omdat hij toen nog een kind was. De afkondiging van het pardon in de Sint-Pieterskerk en op de Markt te Middelburg heeft hij beiden bijgewoond, al kan hij zich den juisten datum niet meer her inneren. Dat hij Anna van Oostenrijk bij haar kort be zoek aan Middelburg niet heeft gezien, constateert hij opzet telijk. De vloot, waarop zij naar Spanje ging, heeft hij zien uitzeilen. De monsteringen der landlieden van Walcheren in 1568 heeft hij bijgewoond. Over de inneming van den Briel deelt hij bijzonderheden mede, die hij vernomen heeft van iemand, die later te Middelburg woonde, maar als jongman in 1572 in den Briel werkte. Pieter Joossen zou er van gezwegen hebben, als hij niet '/soo goet bescheet daervan wyst". De vaandels, die in dat jaar naar de poorten van Middelburg werden gebracht, beschrijft hij nauwkeurig; maar hij voegt er voorzichtig bij, dat hij alleen zulk een vaaudel naar de Lan- gevielepoort heeft zien dragen; hij vermoedt echter, dat er ook naar de andere poorten gebracht zijnen dat die vaandels uit de poorten staken of op de bolwerken zijn gezet. Iemand die zoo voorzichtig in zijne uitlatingen is, verdient wel ver trouwen voor wat hij verzekert. Inderdaad is b.v. het geval van den gewezen schout van Souburg, waarvan hij bericht, bevestigd door het vonnis, dat als bijlage III achter de kro niek is gevoegd. Die voorzichtigheid om niet te handelen over datgene, wat hij niet met zekerheid wist, is zeker ook de reden, dat hij sommige van elders wel bekende bijzonder heden (b.v. de executie van Pacheco) niet vermeldt. Overigens blijkt uit alles, dat een eenvoudig man, zonder politiek in zicht, aan het woord is, protestant en voorstander der nieuwe orde van zaken, maar toch geen partijman. Dat timmeren het vak zijner keuze was, verraadt hij een paar malen door de uitvoerige wijze, waarop hij, twee keeren nog al, de draai brug over de stadshaven beschrijft, en door zijn nauwkeurig

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1909 | | pagina 106