69 relaas van de sluiting van de Dampoort. Dat hij tevens een rederijker was, blijkt uit liet gedicht, waarmede hij zijne kroniek begint en een enkelen versregel, dien hij in zijn verhaal heeft ingelascht. Maar al is zijne kroniek niet zeer leesbaar en niet zeer belangrijk, als verhaal van een ooggetuige van de gewichtige gebeurtenissen, die er in beschreven worden, en van een berichtgeverdie zijne leuze Altijt recht hout getrouw gebleven is, verdient zij toch zeker de aandacht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1909 | | pagina 107