81
deel te Westersobburcli, het 3 deel te Soutelande ende het
leste ende 4 deel te St. Lauwereyselck dach twee parten
maer in de 3 monsteringhehetwelcke ghescbiede te Soute
lande, is de gouverneur, mijnheer van Wacken vaneen
qualijcklieyt krygendesoo hy aen een tafel sat om de lieden
te doen voorby hem monsteren, terstont doot gebleven, soo-
dat hy in de vierde monster(inge) niet en was; maer was al
doot. Ende zijn broeder de heere van Cappelle 2) werde
gouverneur in zijn stede, ende oock genaemt of was heere
van Wacken. Den tijt en dach is mijn onbekent s); maer
hebbe de 3 monsteringen selfs gesien.
Hoogheyt van state, grootheyt int aensien,
Noch gelt en can baten om de doot te ontvlien.
Anno 1570 isser eenen hooghen watervloet geweest op Al-
derheyligendach nae de noene, zoodat het water binnen Mid-
delburch en in meer ander plaetsen veel schade ende verderf
dede an menschen, beesten en huysen ende mueren, waervan
ick hier alleene wil schriven van en wat te Middelburch ghe-
schiet is, hetwelcke ick zelfs hebbe gesien ende hooren seg-
ghen van veel geloofweerdige lien. Ten eersten ende het meeste
jammer was, datter twee menschen verdroncken, wesende twee
Bartoenen of Eransoysen, diewelcke met eenen boot voeren
over de kaeye om de wijn, die zy daer hadden ligghente be
schutten voort wech driven, hetwelck was buten voor de
Noordampoorte, dat nu binnen is, duert de stadts vergrooten.
Adolf van Bourgondië heer van Wackene.
2) Anthonis van Bourgondië.
a) Adolf van Bourgondië stierf 6 Juli 1568. De Staten van Zeeland be
richtten het den 7'-u aau den hertog van Alva in deze bewoordingen: „Com-
bien que nous pensions que votre Excellence soit advertie de la subite mort
et trespas de monsieur de Wacken, gouverneur de Zélande, estants aux mon-
stres des paisans a Zoutelaude pour le service de sa Majesté, n'avons sceu
laisser pour le deu de nostre ollice de le advertir par cestes de ladite mort
affin que Votre Excellence puisse pourvcoir au service de Sa Majesté et conser
vation du pays, comme il sera de besoing" {Register van Ckristopliel Rocls fol. 19).
Archief 1909. 6