104. nu echter //onclerscheyden in sekere capita nae het onderscheyt der materiën, daarvan sy handelen". Cap IX komen over een met de hoofdstukken, waarin de acta van de synode zijn ingedeeld, terwijl Cap. XI correspondeert met het twaalfde hoofdstuk van die acta. Intussclien zijn in dit stuk in mar- gine ook alle zaken aangegeven, die in de acta aan het begin en aan het einde en in het elfde hoofdstuk zijn opgeteekend. En dit niet alleen: bij verschillende gravamina zijn ook de beraadslagingen vermeld, voor het definitieve besluit van de synode daaromtrent gehouden. In de onderstaande uitgave heb ik nu bij elk artikel van de acta in een noot de aan dit stuk (nr. 28) ontleende aanteekeningen opgenomen. Om echter den tekst niet al te zeer te overladen heb ik als Bijlage A aan de acta de gravamina toegevoegd, zooals die in dit stuk voorkomen, met vermelding bij elk gravamenwaar dit in de acta is te vindenen door welke classis dit bij de synode is ingediend. Een groot aantal afschriften van de acta der synode van 1638, zoowel uit de zeventiende als uit de achttiende eeuw, is ons nog bewaard gebleven. Verscheidene zijn door Reitsma en Van Veen reeds in hun inleiding genoemd. Ik behoef ze dus hier niet allen te vermelden. Maar bovendien zijn er nog enkele andere registers, waarin bedoelde afschriften worden gevonden. Zoo een register, reeds in de 16de eeuw aangelegd, berus tende in het archief van den kerkeraad van Middelburg (zie het hiervoor genoemde Overzicht van de oude archieven der Hervormde kerlcenIII, 11), blijkbaar hetzelfde als het door Beitsha en Van Veen, biz. XIII en XIV bedoelde consisto- rieboek. Hierin zijn reeds spoedig, nadat in 1638 de synode te Tholen was gehoudende acta afgeschreven. Hetzelfde is het geval met een dergelijk register in het ar chief van den kerkeraad van Vlissingen OverzichtVIII, 3). Reitsma en Van Veen noemen op biz. VI van hun inlei ding een aantal synodale stukkendie vroeger in het bezit

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1909 | | pagina 142