117 keydenen door de predicatie des H. Evangelii te brengen tot het waere geloof in Christum, waertoe voordesen de Heeren Eewinthebberen van de Oost-Indische Compagnie aireede een seminarium van studenten in de theologie hadden opgericht, ende nu onderlaeten, soo sal men aenhouden by de vergae- deringe van de Seventhiene, dat het Haere E. gelieve hetselve wederom op te richten, insgelijx van de West-Indische Com pagnie versoecken, dat mede gelijcke seminarium van wegen de Negenthiene moght opgericht wordenende tot meerder aenwas van Gods kercke ouder de heydenen sal men van wegen den synodus arbeyden by beyde de compagniën, dat in Tndiën scholae illustres ingestelt werdenopdat uyt de Indianen selve allenxkens bequaeme predicanten moghten aengequeect worden om Gods woort onder haer eygen natie te vercondigen. Van gelijcke wort niet ondienstick geacht, dat eenige studenten in de H. Theologie, studerende op slants bursen, souden in haere aenneminge ghepersuadeert werden om haerselven in tijt en wyle aldaer te laeten gebruicken; dat oock eenige bequaeme predicanten uyt de synoden der Vereenighde Provinciën sullen versoght worden om haer aldaer te laeten gebruickenwaertoe metten eersten alle mogelijcke debvoireninsonderheyt in de provincie van Zeelandsulleu aengewent worden. Art. II Aengaende het verblyven der studenten op de academie en „Hier sijn verscheydeu micldeleu voorgeslagenals 1°. dat (men) by de com pagniën sal sien te bevorderen het seminarium 11°. dat men sal versoucken by de Heeren Staten Zeelaudiaedat men de bursen van het land ten minste over de helft hiermede soude conditioneeren dat, die deselve wilden genieten, souden moeten subject sijn oiclc te gaen naer Oost- oi't West-Indiendes noots sijndeten III0, dat men uufc allen synoden der Vereenichde Nederlanden jaerlijcx twee persoonen soude uutmakenom haeren dienst te laten gebruycken voor de compagniën ende specialijck dat men twee nut Zeelant soude willen daertoe be willigen ten IV0. dat (men) doch sonde letten op den tijtwanneer het octrooy der compagniën nut isom alsdan aen te houden by de Heeren Staten van Zeelant, dat se wat goets voir de kercken mochten bespreken: Y°. dat men soude aenhouden by de compagniëndat se scholae illustres wilden oprechten in Indien solve." Gravamina V3 en 4.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1909 | | pagina 155