158
placé entre celui de Mannekin et celui de Flo rent e'est a
dire vers la fin du XIIs siècle." Het is den schrijver echter
ontgaan, dat er een abt Wig g er Geraudijns' zoon is geweest,
die zeer wel door het necrologium bedoeld kan zijn. Hij werd
in 1405 de opvolger van Willem van der Does, in wiens
plaats hij 5 Juli met Westhove werd beleend Hel archief
der O. L. V. abdij te MiddelburgRcgest.eu.lifi nr. 665), en
bleef in functietotdat hij afstand deed en blijkens een in de
Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem
(XV blz. 190) afgedrukt stuk d.d. 1422 October 16 vervangen
werd door Johannes Zwaen.
Over het algemeen, dunkt mij, is Van Waeeelghem wat
al te spoedig geneigd de in het necrologium vermelde abten
met de oudst bekende bestuurders der Middelburgsclie abdij
te indeutificeeren. Zoo neemt hij zonder eenige aarzeling aan,
dat men den 25en September herdacht Walterus, den eersten
abt der Middelburgsclie abdij, die voor het eerst vermeld wordt
in 1146 Bijdragen voor de geschiede ris van hel bisdom van
Haarlem XX blz. 174) en voor het laatst iu 1153 (Van den*
Bergh, Oorkondeuboek van Holland en Zeeland 1 nr lol.
De schrijver verliest uit het oog, dat er nog twee andere
abten Walterus zijn geweest: een, die voorkomt in 1162
(Van den Elsen, Beknopte levensgeschiedenis ran den H.
Nor herlas blz 400), en een derden, dien ik eerder voor den
op 25 September in het necrologium vermelden abt zou aan
zien, ook omdat de vorm Walcheria" mij voor de 12d,!eeuw
wel wat modern klinkt1) Die derde abt Walterus komt voor
het eerst voor in een stuk van 9 October 1338 Het archief
der O. L. 1 abdij le MiddelburgRegestenlij si nr. 299),
waarin hij Wouter van Zan'TDijg heet; hij was nog in
functie 12 Februari 1344 (aldaar nr. 323), terwijl 24 April
i) Van Waefkuuiem zegt echter van abt "Walteiius „sa mention appartient
a rancicnnc couche". Tot hoever deze laatste zich uitstrekt, blijkt evenwel niet.
In elk geval zal de abt van 1162 er wel niet door worden uitgesloten.