JAARVERSLAG OVER 1908/9,
UITGEBRACHT
IN DE ALGEMEENE VERGADERING VAN 7 APRIL 4909
DOOR DEN SECRETARIS VAN HET GENOOTSCHAP,
Mr. W. POLMAN KRUSEMAN.
Dames en Heeren!
In het afgeloopen genootschapsjaar ontvielen ons door over
lijden de leden H. P. Abrahams te VGravenhageL. M.
Baale te Amsterdam, J. B. Blindenbach te Aardenburg, Mr.
Ph. A. J. Bouvin te VGravenhageDr. J. C. Eggink aldaar
J. G. Gerritsen te Breskens, Prof. dr. H. E. van Heurck te
Antwerpen, Dr. J. C. de Man te Middelburg, Th. E. Martin
te Hulst, Prof. Dr. B. E. Matthes te Amsterdam, Dr. Joh.
G. Mezger te Parijs, H. F. L. Pisuisse te VGravenhageDr.
J. Siemens te Driebergen en Mr. J. H. de Stoppelaar te
VGravenhage.
Hoewel al deze mannen hunne eigenaardige verdiensten
haddenwaardoor zij met een nauweren of losseren band aan
Zeeland en het Zeeuwsch genootschap verbonden waren, was
dit met niemand in meerdere mate het geval dan met Dr. J.
C. de Man, die meer dan 6-3 jaren lid van ons genootschap
geweest is. Het was een droevig oogenbliktoen ik zijn naam
op de lijst der leden moest doorhalenen vooral de ouderen
Uwer zullen met mij eens zijn, dat zijn heengaan eene schaduw
op dezen avond werpt. Niet op dezen avond alleen, want
ieder, die de verzamelingen van het genootschap doorloopt,
Archief 1909. a