CI Eene geschiedenis der school gaat als algemeen gedeelte vooraf, waarin achtereenvolgens besproken worden de konink lijke besluiten betreffende hare inrichting, de commissie van bestuur, de lectoren l) 2), de lokalen s) het onderwijs, de zeer werkzaamverheugde hij zich weldra in een toenemende praktijk en gaf hij bovendien les in anatomie. Tot zijn groote verbazing las hij daar onverwachtsdat Z. M. hem het was het werk van den voorzitter, Dr. Boudewijn Dobbklaeu de Wind, die hem helaas na weinige jaren ontviel hem, zeg ikden eenvoudigen mantot lid der Provinciale com missie had benoemd Het was een groote onderscheiding, die hij zeker aan ijver en aan zijn grondige anatomische studiën te danken had. Dat men hem ook voor de Obstetrie geschikt rekende, was het gevolg van zijn onderwijs in dat vak en de gelukkige uitoefening er van in zijne toenemende praktijk. In 1824 steeg zijn aantal accouchementen dan ook tot ongeveer honderd. Hij was matiggezond en sterk kreeg een groot gezin, tien kinderen, waarvan echter vier jong overleden Zeventig jaar oud zijnde, bedankte hij als Lector. Zijne hem zeer vereerende leerlingen schonken hem een zilveren bokaal. Het waren èn de leeftijd èn zijne door cataract onbruikbaar geworden oogen die het onderwijs ondoenlijk maakten. Mijn vadergezellig van aardwas lid der afdeeling (van de genees kundige Maatschappij) en in 1819 mede-oprichter van het nog bestaande leesgezelschapook was hij gedurende geruimen tijd in kerkelijken dienst. Tweemalen ontving hij de gouden vaccine-medaille." l) Waaronder deze karakteristiek van prof. jhr. dr. B. de Jonge: //De Jonge was geen man voor sociëteiten. Had hij veel vrijen tijddan vond men hem bij zijne boeken. Bur gerlijk van zin en vriendelijk tegen iedereenbleef hij zich niet temin zijne afkomst en stelling in de Maatschappij bewust. Miskenningzoo dikwijls op het veld der praxis te vinden verdroeg hij dan ook ongaarne. De revolutie van 1848, waarbij

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 111