CVI zijne personen wist te typeeren. Wel echter krijgt men den Marines Hendrik Da mme (18191889) Mijn speelgenoot, een uitmuntend menschwaarover men uitvoerig kan lezen in het 50-jarig verslag onzer Afdeelingwelker oprichter hij met Fokker, de Marree en mij is geweest. Damme is te Middelburg geboren en niet te Axel, zooals bij vergissing in bovengenoemd verslag vermeld staat. Zijn oom, de apotheker van Overbeke, wensohte hem als zijn opvolger te zien. Op advies mijns vaders echter giug hij naar de Heelkunde over en toen deze zijne groote bekwaam heden bespeurde, raadde hij zijn moeder, eene bemiddelde weduwe, aan hem te Leiden te laten studeeren. Na een voor- treffelijken studietijd vestigde hij zich te Middelburg en ver wierf daar weldra, vooral na het vertrek van Dr. Hölsoher, eene groote praktijk. Met hem was ik gemeente-geneesheer, totdat hij lid werd van het bestuur der godshuizen. Vele aangename uren sleet ik met hem, zoowel in ons lees gezelschap als in de vergaderingen onzer Afdeeling. Damme liberaal en menschlievend in merg en beenwerd lid van den gemeenteraad, kwam bovendien nog in vele andere betrekkin gen. Dit alles kostte hem veel inspanning en tijd, te meer daar hij de wetenschappelijke vorderingen van zijn zouen zeer behartigde. Hij woonde Rouaansche kade G 135 en later Gortstraat K 24. Onder dien voorspoed en in het bezit van een zestal kin deren, verloor Damme zijne vrouw aan Albiminurie, later een gehuwden zoon en volwassen dochter aan longtering. Daarna begon hij zelf te lijden aan hoofdpijnen, waarop amblyopie volgde, die de eene specialiteit een Retinitis noemde terwijl de andere het voor iets anders hield. Om te beproeven of het iets kon helpen, legde hij zijne praktijk neer en ging bij Wassenaar wonen. Het gehoopte herstel kwam helaas niet. Op totale blindheid volgde half-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 116