cviii
door de studie zelve dan toch in de practijkvandaar ook het
spreekwoord: «Medice vivere, pessime vivere."
Het was al aanstonds vreemddat hij slechts één examen deed
van plattelands-heelmeesteralsof hij toen reeds van plan was het
platteland in grooten omtrek tot het zijne te maken. Hij vertrok
naar zijn geboorteplaats. In 1860 staat hij bekend als genees
kundige te Zuidzande, doch spoedig daarop te Sluis; hier staat
hij nog genoteerd tot 1864. Een jaar daarna vinden wij hem te
Groede of in het ruim bezette lJzendijke en zelfs te Middel
burg, doch men wane niet, dat hij in deze plaatsen woonde.
Dan was hij hier, dan daér te vinden, soms te Vlissingen,
en in 1863 veelal te Breskens entoen de geneeskundige
wet veranderd was, ook buiten Zeeland. Hij had dan ook
geen eigen apotheek. Yan den beginne af werkte hij als een
Medicus circumforaneus en hield zijn zitdagen te Breskens en
te Oostburg en dat wel ongelukkig altoos in herbergen. De
waard verkondigde luide zijn lof en daardoor gaf hij meer en
meer toe aan zijn ziekelijken lust voor alcoholica. De Puit
was ondertusschen gehuwd met Mej. Ladenberg uit lJzendijke,
doch nadat er eens op een avond in een herberg te lJzen
dijke iets onbehoorlijks was voorgevallen, dat, als men mij de
waarheid gezegd heeft, hem met den rechter in aanraking
brachtvolgde er echtscheidingwaarbij de vrouw hem echter
400,'s jaars tot zijn dood bemaakte, zoodat hij voor
geheele armoede was beschut. Zij hadden toen één zoon. Zijn
roem als wonderdokter rees intusschen meer en meer, maar
tevens verdonkerde de schaduwzijde van zijn gedrag; men
solde met hem in de gelagkamers, en kwam hij ergens aan,
dan volgde hem een bende van jongens, alsof hij waarlijk
een wonderdoener ware geweest. De Püït trok zich daar
niets van aan en het kon niet uitblijven, of de Politie, die
hem doorgaans uit een soort van heiligen eerbied ontweek
moest hem vaak beboeten en meermalen een plaats aanwijzen
geïsoleerd van de Maatschappijom er korter of langer tijd te