cis
'/Indefessus agendo" mocht ik wel te recht als motto boven
verblijven. Kwam hij terug en nam hij dan voorloopig zijne
retraite in een ziekenhuis te Vlissingen of te Middelburg,
dan gedroeg bij zich daar zonder spiritus uitmuntend, was
even sterk en gezond als altoos en paste, als het kon, zijn
medische kunst toe en dan wel eens tot verbazing van den
gasthuis-medicus, die hem niet altoos naging. Tusschenin is
hij nog eens gaan varendoch de zeelucht deed hem geen
goed. ïe Middelburg hield hij langen tijd zijne alles behalve
zedige zitdagen in een herberg, hoek Varkensinarkt en Gort
straat; daar snelden vooral de landlieden uit Zuid-Beveland
henenen inderdaadmen vereerde in hem iets duisters iets
goddelijks. Zijn roem was groot, zelfs door geheel Nederland;
rijken zonden equipages om hem af te halen en uit Holland
kwam menom hem te raadplegendoch daargaans was hij
nergens te vinden Zijn wangedrag was een psychose; ijzer-
sterk was hij door koude noch hitte noch door ontbering te
kwetsen; viel het hem ongelegen naar zijn zoogenaamde wo
ning te gaandan sliep hij maar hier of daar op den weg
op de straat of in een schuur. Niets deerde hem en had hij
een goed geleide bij zich, dan bleef hij ook goed en dronk
niets, maar zwerfde hij alléén, dan kon hij de behoefte niet
weerstaan. Eindelijk toch, April 1892, verstijfde de koude
hem zóó, dat hij, zonder warm te kunnen worden, drie dagen
voor een gloeiende kachel zat; hij versmaadde toen den bran
dewijn en zei tot zijn hospita vik ga sterven, roep, zoo ge
niet alleen wilt blijven, Doctor De Man, die is de eenige
die er nog wht van weet!" De juffrouw ontbood mij, zijn
ouden leermeester; bet was bij of op de Hoogstraat. Ik vond
hem comateus met Bronchiolitis capillaris, Trismus en Teta
nus des avonds bezweek hijden stok weg te nemen uit
zijne door Tetanie verwrongen handen was onmogelijk.
Zijne ziekte waszooals ik zeide, eene Psychosede hoogste
graad van Moral insanity; hem had het sociale leven