cxvin Middelburg in de XVIIeeuw. Eene tusschen 1655 en 1693 grootendeels door genoemden doctor opgestelde genealogie werd toevallig aan De Man te koop aangeboden en gaf hem aanlei ding tot de uitgaaf. De L archie zelf was wel geen bijzonder merkwaardig man als de meesten onzer, eeneétoile, qui file, file et disparait -- maar hij was een Zeeuw, een medicus en een zeventiende-eeuwerredenen genoeg voor De Man om belang in hem te stellen. //Buitendien", zegt De Man, //vormt het boekje een curiosum en kunnen de daarin voorkomende familienamen van nut zijn voor hen die zich aan de genealogie wijden" x). Een merkwaardig bewijs van werkkrachtwilskracht en belangstelling in de wetenschap is de uitgaaf zeker, vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat de schrijver langzamer hand het gebruik zijner oogen was gaan missen. //Hij die weet", zegt De Man ergens, »hoe onnoemelijk veel en fijn de puntjes zijn, waarmede het netvlies de lichtgolven opvangt en er bij bedenkt, dat die puntjes hetzelfde voor ons zijn als de pijlpunt voor de pijl van den boogschutter, zal wel begrijpen, dat die puntjes op hoogen leeftijd bij vele menschen versleten zijn zoo althans bij mij op 87-jarigen ouderdom." Hetwashemteu Eene aardige bijzonderheid komt er in voor omtrent den predikant David de Moor: //Aan dezen wakkeren man was de bidure opgedragen in de groote kerk te Vlissingen voor den zeeslag die in 1673 in de nabijheid van Westkappel tusschen En- gelsche schepen en de vloot onder De Ruyter plaats had. Na een tijdlang voor eene volle kerk eene ernstige bede aan het Op perwezen te hebben gerichthield hij midden in zijne rede eenige oogenblikken stil hetgeen men niet van hem ge woon was en hervatte daarop zijne aanspraak met het woord //Victorie." Hij veranderde den biddag in een dankdag. De schrandere man had tijdens de predikatie het geluid der ka nonnen gevolgd en er uit beslotendat de Engelschen hadden moeten wijken. En zoo was liet inderdaad. Den volgenden dag kwamen de Ilollandsche schepen als overwinnaars te Vlis-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 128