cxxviii
In zijn In Memoriam aan Dr. A. A. Fokker schrijft De
Man, dat hij st'erf als een Chrisxen betaamt; deze woorden
op Dis Man toepassende, hoop ik in deze schets tevens liet
bewijs :.e hebben ge'everd, dat hij ook als een Christen heeft
gelec'd, al veï.vlerp hij het dogma.
Inderdaad, niet van het geloof, dat wij belijden, doch niet
in onze macht hebben hangt af, wie wij zijn. Een rotsvast
geloof moge een steun in het leven zijn, dit gemakkelijker,
gelukkiger zelfs maken, over onze waarde als mensch beslist
niet ons geloof, maar ons karakter.
Voor ons allen, van welke belijdenis ook, geldt het be
vrijdende woord, dat Göthe aan het Opperwezen in den
mond legt
Ein guter Menschin seinem dunklen Drange
1st sich des rechten Weges wohl bewusst.
Dien goeden weg heeft ook Dn Man bewandeld, zijn
gansche leven lang'/integer vitae scelerisque purus".
labres aangeboden werden. Nog tot op het laatst van zijn
leven bleef lnj eene dankbare heugenis aan die feestviering
behouden en hij noemde dien dag wel eens een der gelukkigste
van zijn leven.