40
woord te bekomen en naar Gent om zijn heer te spreken 1)
In 1342 treedt hij als klerk Bewester Schelde af, misschien
wegens ouderdom of ziekte; hij moet vóór of in 1344 gestor
ven zijn. Zijn weduwe Lijsbet wordt als zoodanig in het jaar
1347 vermeld 2).
In 't verlij van 1344 staat//om menighen trouwen dienste
die meester Lam, ziin vader voerscreven en hi ons
ghedaen hebben ende Jan Lam wordt niet meer genoemd,
is dus overleden voirsz ons noch doen mach". Er werd
geen nieuwe klerk benoemd, maar naast Boudin Jansz, rent
meester Beooster Schelde gebleven, werd heer Heinkic Pop
pen 3) als rentmeester Bewester Schelde aangesteld 4).
Uit het bovenstaande wordt genoegzaam duidelijkdat, zoo
niet Lam Matthijsz. s), dan de graaf zelf, tusschen 1318 en
1344, als derde heer van het kasteel te beschouwen
is; want geen ander dan meester Lam wordt als rentebetaler
van het steenhuis genoemd.
Zijn zoon, Jan meester Lamsz., volgt nu als vierde heer
van het steenhuis of kasteel. Het extract uit het
Register, getiteld-, 13371345 E. I. 32 Cos D van de leen-
en registerkamer der grafelijkheid van Holland, mij uit het
Algemeen Rijksarchief te 's-IIage welwillend in copie ver
strekt, houdt in op fol. 17v
«Een steenen huysstaende te Vlissingengegeven ten
«rechten leene.
«Willem, grave van Hennegouwen etc, maken cond allen
«ludendat wi ghegheven hebben ende gheven voir (ons) ende
«voer onse nacomelingen Jan meester Lams soene, onsen
Hamaker IIblz. 207 en 212. 2) Graf. Rek. A°. 1347blz. 7.
3) Hij was eerst 's heeren knaap om 's heeren goed te bedrijven. Hamaker
Iblz. 509. 4) Hamaker IIblz. 5 en 289.
s) Zie over hem nog eenige minder belangrijke zaken bij Hamaker Iblz. 107
109, 159, 520 en 523. Hij moet, wijl-namen en betrekkingen duidelijk onder
scheiden worden, niet met Lambrecht of Lambert den maerscalc vereenzelvigd
worden. Deze wordt vermeld bij Hamaker I, blz. 172, 173, 181 en II, blz.296.