44 van Leyden van den bededie gegeven was in Zeeland in jaar ons Heeren Mill0 ende achte van eleke mergen (gemet) 25 deniers." Deze laatste bewijzenwaarop bet voor ons aankomtworden in twee rubrieken verdeeld. Eerst: //Bewijs beoester Scelre enz.", en dan daarna blz. 36-/Item bewijs bewester Scelre van den bede van 25 tornoisen van den gemete, als vorseit es." //In eerste in Walcheren. //I in Welsinge ende in Oistersubburgh (dan volgen de opgaven.) //2 in Westersobburgh //3 in Vlissingen i n De opgaven zijn verdeeld naar de ambachtsgedeelten der verschillende heeren. Daaruit leert men de meeste ambachts- heeren van Vlissingenin het laatst der dertiende eeuw geleefd hebbende, kennen. Zij zijn: 1. Heer Rave of Raaf. Reeds in 1198 vindt men een Wilhelmus Rauen (lees Raven) vermeld J). In 1352 een Tiieodericüs Raven 2). In 1666 vindt men in het kerkelijk archief van Vlissingen een ontvangst van drie pond vlaamsch (van het hangen) van het wapen van den heer Rave in de kerk. In mijn jeugd woonde in de Nieuwstraat de familie Rae in een galanteriewinkel met gevelschriftEr is van buiten niet al te zienwat van binnen te koop is 's Heeren Rave's ambacht komt in de bewaard gebleven grafelijke rekeningen niet voor Daar de overige aan te wijzen zijn, als op andere overgegaan, moet zijn ambachtsportie in Koudekerke in 1318 in die van Rase van Coudekerke of van Costijn van Renisse en van diens broeders (Henrics) kinderen te zoeken zijn, waarvan de vroegere bezitters niet worden opgenoemd Kluit II, blz. 218, n°. 43: V. d. Bergh I, n°. 178. 2) Arch. 0. L. Vr. abdij te MiddelburgReg. 425.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 182