4.8 Op den 23 April 1321 werd door graaf Willem aan Ade- lise, weduwe van Wisse Gillisz., en haar drie kinderen Jan Symon en Lisebeth 50 tornois toegewezen. Deze waren de helft van de opbrengst der verkochte ambachtsgoederen, die bun, naar zij beweerden, nog toekwam 5. Maude J ansz. Wisse Gillisz. had om zijn schulden te dekken zijn am bacht in Koudekerke verkocht. Het ambachtsdeel in die parochie, toebehoorende aan Maüde Jansz., is door ver beurdverklaring in 's graven handen gekomen. Het werd toen aan Maüde Symonsz. verkocht, onder beding, dat Maude Jans, als hij zich met den graaf verzoende, bij de herkrijging van het verloren ambacht, aan Maude Symonsz de koopsom zou teruggeven 2). Het blijkt echter voor goed verbeurd te zijn geweest; want het is niet meer ingelost 3). Zoo zal het ook wel met zijn Vlissingsche ambachtsportie toegegaan zijn In het Register E. L. u°. 36 cas R in het Algemeen Rijksarchief op het jaar 1308 nog aangehaald, wordt zij in de sedert 1318 nog overgebleven rekeningen der grafelijkheid niet meer vermeld. Zij is bij de andere door den graaf verworven ambachtsgedeelten gevoegd. 6. Symon Jansz. kinderen. In laatst vernoemd Register vindt men op Koudekerke nog anderen, wier ambachten niet als «'s graven ambachten" te boek staan, en die op Vlissingen niet gevonden worden. Ik noem eerst heer Willem: en zijn neef en dan Simon van der Hooge. Zij hebben daar geen ambachtsportie be- Van Mieris II, blz. 254. 2) Hamaker 1, blü. 125. Ook 't ambacht van Maude Jans zoons broeder, Hanne Jansz., werd om de „ghedingen" verkocht aan Rase van Coudekerke en Jan van Brigdamme. Zie aldaar blz. 124. 3) Hamaker I, blz. 18, 272, 367, op den naam „Maüde Sïmons" in onder ling verband.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 186