50
hier de zeinering. Nergens vind ik deze, als ook destijds in
Vlissingen gedreven, vermeld. Toch heeft zij ook hier in
die overgangsperiode bestaan.
Deze zeinering wordt in den Tegenwoordigen staat Dl. XIX,
blz. 371 vlg. uitvoerig beschreven en door de Voorboden en
verspreide ordonnantiënpublication enz die te vinden zijn in
Eet recht der stad Reimerswaal nader toegelicht. Ik wil
hier, naar deze bronnen, een korte beschrijving van dit be
drijf invoegen.
Bij den aanvang van de haringvisscherij hadden de visschers
tot conserveering van de visch zout noodig. Noch Frankrijk
noch Spanje leverden hier hun grof zout ter raffineering vóór
omstreeks het jaar 1438, toen in Zierikzee voor het eerst de
vaart naar Spanje ondernomen werd 2).
Tot dien tijd moest men zich van het inlandsch zout be
dienen. Dit werd door de zeinering in verband met de moer-
nering, die voor Vlissingen den stoot tot uitbreiding van het
dorp gaven, verkregen.
De zeinering ging met veel brandgevaar gepaardwijl in
die dagen de huizen met rieten daken gedekt waren 3). In
de kom van het dorp mocht men dit bedrijf niet uitoefenen.
Zoowel te Middelburg als te ZierikzeeReimerswaalGoes
Vere en Arnemuiden had men de zoutkeeten, met de zei
huizen, buiten de bebouwde kom der stad gesticht, kennelijk
uit vrees voor brand. De costumen geven allerlei voorschriften
om brand te voorkomen
De benoodigdheden om zout te maken bestonden in darink
derring of derrie en zout water 6).
Door Mr. R. Fiiüin, rijksarchivaris in Zeeland, uitgave van M. Nijhoff,
A° 1905. N
2) Tegenw. staat XIX, blz. 286, Daar Abraïïamse( Kronykregisterblz. 101.
3) Voorboden van Reimerswaal, art. 158.
4) Voorboden van Reimerswaalartt. 3, 1621,36,37, 129, 130,132, 161-
5) De derrie werd, behalve voor de zoutziederij, ook als gewone brandstof
gebruikt.