55 Deze heuvel kwam ten behoeve van het stichten van den windkorenmolen eerst ter beschikking, nadat A° 1438 de handel in Fransch en Spaansch grof zout ontstaan was, die, door zijn betere qualiteit en mindere onkostenhet zieden en braden van het zilzout verdrong x). In het jaar 4-44•Q werd achter -ƒ dien heuvel het Schuttershof van St. Sebastiaau gesticht en in 1443 op het terrein van de zoutkeeten en de zeihuizen, tusschen de Schardijnkade en de Korte Noordstraat, de Visch- markt gebouwd, vlak tegenover de Lange Zelke 2). Een be wijs, dat de zeinering aan het tanen was. De eerste windkorenmolen kanom hetgeen ik op de vorige bladzijde vermeldde, niet vóór het jaar 1477 zijn gesticht Dat is dus correct, nadat de zeinering door de zoutziederij verdrongen werd. De Gostumen der stad Vlissingen van 1452 en de volgende jaren spreken niet van pannering of zeinering. Wel wordt, in artikelen 128131, onderscheid gemaakt tus schen het snoodste zout en ander zoutmaar zonder aan te duiden of hier plaatselijke of aangevoerde grondstoffen bedoeld werden. Het vermoeden ligt voor de handdat de zeinering in Vlissingen tusschen 1452 en 1477 heeft opgehouden een tak van nijverheid te zijn. Doch hoelang heeft zij bestaan? De Noord- en de Zuid-Zelke te Zierikzee, met zijn vele zoutkeeten en zeihuizenhadden geen jaren maar eeuwen noodig, om hun grootste hoogte te verkrijgen. Aldaar was in het jaar 1312 de zeinering reeds in vollen bloei s). In mindere mate zal dit ook wel in de andere steden het geval zijn geweest. Volgens Battus was zij reeds in het begin der 13e eeuw de voornaamste handel der Zeeuwsche steden 4). Als men nu in aanmerking neemt, dat te Vlissingen de zeinering nooit zoo'n vlucht genomen heeft als te Zierikzee, Tegenwoordige staat XIX, blz. 375Abrahamse Kronyk Register blz. 101. 2) Winkelman, blz. 190; Be Westyoort door C. P. I Dommisse, blz. 75. 3) Smallegange blz. 493 4) Tegenwoordige staat XIX, blz. 372, noot 8.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 193