58
de turf uit zoetwaterplanten haar oorsprong neemt. Deze da-
rinckin Zeeland derrie genoemdwas een grondstof voor
de zeinering en diende indertijd, toen de turfhandel deze
streken nog niet bereikt had, ook tot voeding van den hui-
selijken haard Daarom heeft de moernering de zelneriug
overleefdofschoon zij telkens binnen veiliger grenzen terug
gebracht werd.
De Keur van 26 Maart 258 verbood het darinckdelven
binnendijks s).
Dit //binnendijks" werd misschien verkeerd uitgelegd, als
alleen op landen tegen den dijk aan doelende, waar dit delven
zeker wel allergevaarlijkst was. 'Zoo wordt het verstaan in
de Keur van BorsseleA° 1342, in artikel 25, waar men
leest//wie dat dilft darinck in dijkdelve (aan den dijk) of
den heerweg smaelt (versmalt of schendt), verboert 20 sch.
jegens den heer" 3).
In het Privilegie van vrouwe Maria, dochter van Karel
den Stoute, van 1476, vindt men de reden, waarom het
darinkdelven binnendijks niet meer geoorloofd wasvermeld 4).
Zij ordonneerde: »geen consent meer te dragen om binnen-
sdijks moer te delven tot de soutneering tot conservatie
van de landen in hare oude grootte".
Hieruit sproot denkelijk voort, dat het darinkdelven binnen
's lands, onderscheiden van binnendijks, in 1456 nog vrij
gelaten werd 6).
Bij de Keure van Zeeland, gearresteerd te Brussel in
Reeds Pltniüs doelt op deze moerneringals hij zegtMet slik gedolven
met handen en meer door den wind dan door de zon gedroogd koken zij hunne
spijzen en verwarmen zij hau door den Noordenwind verkleumd ingewand. Aan
haling uit: Worstelend Zeelanddoor R. P. J. Tutein Noltbentus: Gids
December 1898.
2) Van den Bkrgh II, n°. 40, art. LXXXIV„Quicumque foderit daringos
juxta viam regiam vel dicum maris, solvit comiti I lib. sculteto X sol., si
autem scultetns feceritsolvit comiti II lib."
3) Smallegange blz. 531. 4) Smallegange, blz. 334.
Inv. ArchMiddelburgN°. 309.