70 Margaretha, -dochter van Jan bastaard vanHenegoüwen Den 11 Januari 1424 wordt hij, na aan heer Wolfaertvan Reimerswaal toebehoord te hebben, door Jan van Beieren aan diens bastaardzoon Willem geschonken die reeds op den 11 Juli de stad als leen van den graaf ontvangen had 2). Voorts vindt ik met betrekking tot den watermolen ver meld: op 16 Maart 1439 //oorkonden de schepenen van Middelburg, dat Clays van Dierenburgh aan Heynric van Borselen, ridder, heer van der Vere, Zandenburgh en Vlis- singen, den eigendom van een derde deel en een twaalfde deel van den watermolen en de malerij te Vlissingen, over draagt". 12 Mei 1439 oorkonden zij, //dat Willem van Couster aan Heynric van Borselen, ridder, heer van der Vere enz.", den eigendom van een vierde deel van den watermolen en de malerij te Vlissingen overdraagt. Op dienzelfden datum geeft Willem Codster den heer van der Vere enz. akte van vrijwaring voor den verkoop van een vierde deel van den watermolen en de malerij te Vlissingen3}. De watermolen zelf was getimmerd zuid aan het toen ge graven spuikanaal In dit kanaal moet zich een schut- of valdeur bevonden hebben. Door het openen van deze bracht in het spuikanaal het doorstroomend water een waterwiel in beweging. Het was een alp wiel Zulk een wiel was, indien de met het molenvak vertrouwde persoon, dien ik geraad pleegd heb, het bij het juiste eind heeft, enkelvoudig. Zijn de waterborden bij raderbooten aan een dubbel rad gehecht, die, voor een alpwiel bestemd, werden met hun middellijn aan de staarten spaken van een enkel rad bevestigd, op de wijs van een waarschuwingbord langs de spoorlijn, of in den Grafelijke Regist. 's Hage. Reg. II. Hert. Aelbr., fol. 18. 2) Grafelijke Regist. 's Hage. Memor. Ducis Johs., fol. 4. 3) Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven XXVIII1905Regestenlijst nos 1215 en 16 blz. 257 en 258.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 208