86 Koopmanshaven, zoo ver als deze zich in 1315 uitstrekte, en dan zoo ver als bij laag water het strand destijds kon gezien worden. Dan heeft het oog het eerste gedeelte van de grensbeschrijving in de werkelijkheid overzien. Immers men staat bij het Groenewoud aan de zuidgrens van het toen bebouwde deel der stad 1). De oostelijke ha- vendijk liep van daar tot aan de Schelde buiten de bebou wing. Hij behoorde, na gekocht te zijn door den graaf, als havendijk aan de stad. De gronden, de weiden en het woud, ten oosten er van gelegen, waren Westsouburgseh gebied, ambaehtsheerlijk eens onder Willem 's heren Boudijns s. s). De dijk was grensdijk. Dit strookt met den aanvang van de oorkonde"beginnende", volgens Van Mieris, //van Cornelards weghe alsoe wt(datis, naar buiten) tote der Garndebben", of gerectificeerd beginnende van Cornel(is) Aeiit s. wege of weye tot de gaande of af gaande eb toe, dat is: zoo ver als het strand bij den laag- waterstand zichtbaar is. De afschrijver heeft een e voor een r aangezien en er garndebbe van gemaakt. Een ander maakte het nog mooier en verwisselde »ae" met //ra" dat toevallig, als men Pransch met Hollandsch combineeren wil, juister is als interpretatie dan als lezingwant bij de groote ebbe reikte het strand het verst, en daarom was het te doen. Dat alles betoog iknog staande bij het Groenewoud. Die naam herinnert aan de boomgaardenhet kaphout en het woud, gelegen zuid van het Groenewoud en oost van den havendijk. Van daar kon men het eind van den rechten havendijk zien. Men behoefde er niet eens heen te wandelen. Nu wende men de oogen naar de linkerzijde. Men ziet dan oostwaarts de weteringvermeld in het zesde artikel van het privilegie. Aan haar herinnert nu nog de Schuitvlotstraat ten zuiden van de kerkvan het //Groene kerkhof" naar het Zie blz. 6, 7 en 80. 2) Zie blz. 80.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 224