88 Langs dien dijk bereikt men de uiterste westgrens van de stad mede «de gaend(e) ebbe". Zoo is de landgrens der stad aange geven, aan beide zijden, tot aan den zeedijk en het verste strand, denkelijk om de rechten van aanwas te reserveeren. Ik meen met deze wandelingbeter dan door een bloot be toog, een kwestie opgelost te hebben, die tot heden onop losbaar scheen. En waarom? Omdat men vergat zich eerst een volkomen duidelijke en juiste voorstelling van den toen- maligen feitelijken toestand van den bodem te maken, en zich eenzijdig op den weg van litterarische uitlegging leiden liet. Zoo was in het jaar 13L5 de toestand, gelijk men hem hierachter op mijn schetskaartje zien kan Wel was in het jaar 1477 de oude haven, zooals men uit het octrooi van het jaar 1326 heeft bemerktgeheel ingedijkt maar dat veranderde niets aan de richting der grenzen, al was ook het land en de bedijkte haven van Oud-Ylissingen door uitslag ingekort. Nu kon op den VIII3'"1 dag van Mei in het jaar onzes Heeren 1477 Maria van Bourgondië, zonder wijziging, ook dit deel van het Privilegie van grave Willem III ratiliceeren. De versterking van 's graven poort. Thans rijst de vraaghoe stond het met de bevestiging en verdediging van 's graven poort of stad Een privilegie op pa pier, zelfs een op perkament en van "s graven wege geschreven was niet voldoende Men moest degelijker middelen hebben van beter gehalte, die aan een mogelijken vijand ontzag in boezemen of weerstand bieden en de poorters gerust, mis schien al te gerust 2), maken konden. persoonsnaam voor- Of de Mosselmansgang hier aan een persoon of aan een bedrijf moet doen denken is niet uit te maken. Ook zal men op mijn: Plattegrond der gemeente Vlissingenvoorheen en thansbij besluit van den gemeenteraad dier stad door lichtdruk vermenigvul digd, deze grenzen aan zee door twee ankertjes aangeduid zien. a) Ik denk aan de overrompeling door de Sluizenaars A° 1485.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1910 | | pagina 226